Als u en ik aan water denken, praten we met name over ons directe watergebruik uit de kraan. Maar water is vooral nodig voor de productie van goederen en diensten. Daarbij hanteren we de term watervoetafdruk: dit is het totale watervolume dat nodig is voor de realisering van bijvoorbeeld een product. Zo weten we dat een appel 70 liter water nodig heeft en een glas wijn 120 liter. Maar wist u dat de watervoetafdruk van een kilo kaas 5000 liter is en die van een kilo rundvlees 15.500 liter!
Alarmbel
Bizarre getallen waar je niet alleen van schrikt, maar die tevens een alarmbel doen rinkelen. Want water is schaars. En kost energie en geld. Zo vreemd is het dus niet dat we in Nederland de laatste jaren fors investeren in de manier waarop we water behandelen en distribueren. Maar hebben we daarbij voldoende oog voor technische innovatie? En doen we dit als keten samen of als bedrijf solo?
Deens voorbeeld
Als slechts 3,5% van ons watergebruik direct is, is het vooral zinvol de mogelijkheden te onderzoeken hoe we in de industrie zuiniger kunnen omgaan met water. En in het verlengde daarvan, met energie. Kijken we naar de grootverbruikers, dan zijn dit vooral elektriciteitscentrales, maar ook water- en afvalwaterinstallaties. In het Deense Aarhus is het lokale waterleidingbedrijf erin geslaagd om de afvalwaterinstallatie te transformeren naar een systeem dat ook als warmtekrachtkoppelingscentrale opereert. Hierdoor is er niet alleen schoon water, maar produceert de waterzuiveringsinstallatie ook meer elektriciteit en warmte dan dat zij nodig heeft. Uiteindelijk leidt dit tot een energieopbrengst die toereikend is voor de energievraag voor de drinkwatervoorziening van de totale stad. Zo wordt de grootste elektriciteitsverbruiker een energieneutrale partij.
Nederland
Als dit kan in Denemarken, kan het ook in Nederland. De techniek is er; het is vooral een kwestie van lef tonen én samenwerken. Voor het beste resultaat is het nodig dat alle neuzen in de keten dezelfde kant opwijzen. Daarom roep ik adviseurs, architecten, installateurs en eindgebruikers op na te denken over de vraag hoe je met minder water, meer kunt produceren. Omdat 3500 liter elke dag opnieuw, wel erg veel is.
