Meer dan 9 procent van het totale elektriciteitsverbruik in Nederland was opgewekt door zonnepanelen. Energieminister Rob Jetten is blij, en spreekt van een “indrukwekkende groei”.
Zonnepanelen zetten de straling van de zon om in elektriciteit. Het is een hernieuwbare vorm van energie waarbij geen koolstofdioxide (CO2) vrijkomt. Zonne-energie is belangrijk voor het kabinet, dat de uitstoot van CO2 in 2030 het liefst met 60 procent wil verminderen ten opzichte van 1990 om opwarming van de aarde te beperken.
Bijna twee derde van het vermogen uit nieuwe zonnepanelen komt door de subsidie voor duurzame energie (Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie, of SDE). Ongeveer 60 procent van de zonnepanelen staat in grote installaties, meldt RVO. Ook als deze subsidie over enkele jaren mogelijk niet meer mag worden aangevraagd voor de installatie van zonnepanelen, zal de ‘zonmarkt’ alsnog doorgroeien, verwacht de Rijksdienst.
Wel ziet RVO sinds 2019 dat meer projecten waarvoor SDE is aangevraagd niet of niet volledig worden gerealiseerd. Dit komt deels doordat bijvoorbeeld een dakconstructie waarop zonnepanelen geïnstalleerd zouden worden, bij nader inzien niet geschikt is. Maar ook de drukte op het stroomnet zit vaak in de weg.
Er zijn al langer problemen op het net: doordat er meer hernieuwbare energie is, kan soms niet alle elektriciteit getransporteerd worden door het elektriciteitsnet. Hoeveel elektriciteit er uiteindelijk door zonnepanelen kan worden opgewekt, “hangt af van de mate waarin er oplossingen worden gevonden voor knelpunten”, waaronder de beperkte netcapaciteit.