“Robots gaan naar schatting zo`n 60 procent van het bouwwerk overnemen. Eerst vooral door prefabricage, want de huidige industriële robots zijn nog niet erg geschikt voor buitengebruik op de bouwplaats. Nederland loopt op dit gebied wel achter op de Verenigde Staten, waar bedrijven al jaren woningen binnen 24 uur 3D-printen”, aldus Dr. ing. Henriette Bier, Hoofddocent Robotic Building aan de TU Delft in het rapport `Koers 2030: Een digitale sprong vooruit` van de Rabobank.
De hoofddocent aan de TU Delft berekent dat Nederland met vijfhonderd van dergelijke 3D-printers in vijf jaar tijd een miljoen huizen zou kunnen printen. Voor het woningtekort bestreden kan worden met 3D-printers, is het echter zaak om ook een ander probleem op te lossen. Bier: “`Er is een prangend vraagstuk: welke rol spelen de werknemers in deze transitie en hoe kunnen zij zich voorbereiden? Grootschalige bij- en omscholing is noodzakelijk om te voorkomen dat een grote groep niet meer inzetbaar is. In de bouw blijft er volop te doen voor mensen, maar die hebben daarvoor wel nieuwe vaardigheden nodig.”
Ontwikkeling nodig om professionals te blijven boeie
Het woningtekort valt alleen op te lossen met genoeg bouwprofessionals die uitgerust zijn met de juiste vaardigheden, beaamt Walbeek. “Het is uiteraard belangrijk dat innovaties, zoals conceptueel bouwen en 3D-printen, gebruikt kunnen worden. Dat lukt alleen als we continue ontwikkeling mogelijk maken. Onze missie is om professionals in de bouw vooruit te brengen volgens ons Looped Learning-principe, zodat medewerkers zich blijven versterken met nieuwe kennis en de bouwketen zich blijft ontwikkelen. Juist omdat de bouw zich in rap tempo ontwikkelt, moeten onze mensen zich continu kunnen ontwikkelen.”
Volgens Walbeek is dat niet de enige reden om te investeren in de ontwikkeling van professionals: “Professionals blijven geboeid en gebonden aan de bouwsector als we ze continu opleiden. Wie niet meer uitgedaagd wordt, haakt immers vaak af. We moeten als sector een gigantisch woningtekort oplossen. We kunnen we niemand verliezen. Dat is een gedeelde verantwoordelijkheid.