Met de bouw van 55.000 nieuwe transformatorhuisjes wil energie-minister Sophie Hermans de problemen op het overvolle stroomnet snel oplossen. Gemeenten en netbeheerders moeten op zoek naar locaties en zijn verantwoordelijk voor de bouw en de afstemming met de buurt, zo was afgelopen week in de Telegraaf te lezen. Maar wie moeten al die transformatorhuisjes bouwen?
“Hoewel het goed is dat de minister de energietransitie wil versnellen, is er een groot praktisch probleem: er zijn nu al te weinig technische mensen die het uitvoerende werk kunnen doen. Er is een flink tekort aan installateurs, monteurs, gravers en andere uitvoerende technici”, stelt Martha van den Hengel van Mensen maken de transitie. “Ook gemeenten hebben personeelsproblemen, waardoor de benodigde locaties en vergunningen voor de trafohuisjes niet snel genoeg worden toegewezen.”
De minister wil gemeenten ondersteunen met een ‘vliegende brigade’. Maar dat zal volgens Van den Hengel niet genoeg zijn. “Op alle uitvoerende stukken moeten er mensen bij. En werkprocessen moeten efficiënter worden ingericht, zodat de mensen die beschikbaar zijn veel meer trafohuisjes kunnen maken.”
Uitvoerend werk moet aantrekkelijk zijn
Het is volgens Van den Hengel belangrijk dat het uitvoerende werk aantrekkelijk is. “Daar werken netbeheerders, installateurs en bouwers hard aan, samen met overheden. Ook lossen zij samen knelpunten op, die versnelling van de uitvoering in de weg staan. Om zij-instromers aan te trekken is het bijvoorbeeld belangrijk dat de werktijden flexibel zijn, zodat mensen met jonge kinderen makkelijker kunnen instromen. Ook het sneller aannemen en opleiden van statushouders gaat helpen.”
Ook slimmere oplossingen zijn noodzakelijk
Daarnaast zijn andere slimme oplossingen noodzakelijk. “Denk aan kortere, meer specifieke opleiding om als technisch specialist aan het werk te gaan, in plaats van volledige mbo-opleidingen. En innovatieve oplossingen in het werk zelf zoals prefab componenten en stekkerbare oplossingen. Zo is het werk makkelijker en kunnen zij-instromers sneller aan de slag. Hoe het werk moet worden uitgevoerd en wie dat moet doen, wordt in de plannen vaak vergeten. Terwijl dat juist cruciaal is om vooruit te komen.”