Over werken in de kou zijn wetten en regels opgesteld. Een regel is dat je het werk mag onderbreken als de kou je veiligheid of gezondheid in gevaar brengt. Bij een gevoelstemperatuur vanaf -6 °C mogen bouwvakkers die buiten werken – of blootgesteld zijn aan de buitenlucht – het werk stilleggen. Warme kleding is cruciaal in de bouw, een groot deel van het werk wordt immers buiten gedaan. Is het buiten onder de 15 °C, dan moet een werkgever al voor extra beschermingsmiddelen, zoals een warme jas en handschoenen. Alle fabrikanten van werkkleding hebben een complete kledinglijn waar ook winterkleding deel van uitmaakt. Een goede outfit voor koude dagen op de bouw bestaat uit een werkjas en -broek, thermosokken, thermo-onderkleding, kou bestendige veiligheidsschoenen of -laarzen, hoofd- of gezichtsbescherming en handschoenen.
Gevoerde jas en broek
De jas moet wind- en waterdicht zijn, en goed passen. Te wijd betekent dat er iedere keer warme lucht ontsnapt en koude lucht wordt aangezogen als je bukt. Te krap is niet goed omdat je er dan geen warme kleding (dikke trui, meerdere laagjes) onder kunt dragen. Bovendien drukken de lagen teveel op elkaar, zodat er geen warme lucht vastgehouden kan worden. Te kort betekent dat je steeds een blote rug hebt als je bukt, heel onaangenaam. Veel winterjassen hebben een vaste voering, maar er zijn ook modellen waarbij de voering eruit kan. De mouwen van de jas moeten natuurlijk lang genoeg zijn, tussen de boord en de handschoen mag geen koude wind naar binnen waaien. In de winter is een stevige werkbroek met getapete naden prettig. De broek moet net als de jas wind- en waterdicht zijn. Er zijn ook gevoerde broeken, bedoeld voor als het echt koud is. Er zijn ook mensen die een lange (thermo-) onderbroek of gewoon een pyjamabroek onder de werkbroek dragen. Dat kan natuurlijk ook.
Van warmteregulerend thermoshirt tot aan de Noorse trui, iedereen heeft zo zo`n eigen voorkeur als het koud is. Voor wie het snel koud heeft, of als het buiten echt bar en boos is, is het aan te bevelen om laagjes te dragen. De basis moet thermokleding zijn, die is gemaakt om te isoleren en vocht af te voeren.
Voeten handen hoofd
Alle ledematen die `uitsteken` zijn heel gevoelig voor kou. Heb je eenmaal koude handen of voeten, dan krijg je ze niet zo makkelijk warm. En werken met koude handen is haast niet mogelijk. Zorg er dus voor dat je met warme handen je handschoenen aantrekt, en met warme voeten in je thermosokken en daarna je schoenen stapt. Koude voeten hebben de neiging om klammig te worden, daarom moeten werksokken goed isoleren maar ook vocht af kunnen voeren. Speciale thermosokken zijn in ons klimaat echt geen overbodige luxe. En zijn je sokken echt nat geworden, doe dan zo snel mogelijk een droog paar aan. Thermosokken zorgen voor warme voeten, direct daarna gevolgd door goed passende veiligheidsschoenen. Schoenen moeten beschermen en een goede grip is belangrijk, helemaal als het door sneeuw of ijs glad is. Waterdicht is ook fijn. Werklaarzen zijn vaak voorzien van een lekkere warme voering. Ook de handen moeten goed beschermd worden tegen de kou. Water- en winddichte werkhandschoenen in een speciale thermo-uitvoering houden de handen warm en droog. Een punt om goed op te letten is de bewegingsvrijheid. Je moet je gereedschap goed vast kunnen houden en veilig kunnen gebruiken. Dunne handschoenen dragen onder de werkhandschoenen helpt ook. Via het hoofd verlies je veel lichaamswarmte. Dat is op te lossen door onder de bouwhelm een muts te dragen. Een kolletje of sjaal beschermt de hals en nek, en er bestaan ook speciale gezichtswarmers. Zo`n bivakmust of balaclava dekt het voorhoofd en de kin af. Er zijn ook modellen waarin alleen de ogen en de mond onbedekt blijven. Lekker warm, dat wel, maar niet aan te raden omdat je collega`s waarschijnlijk de schrik van hun leven krijgen.