Een goede ventilatie is belangrijk, zowel in de woon- als de werkomgeving. Een goed ventilatiesysteem voert lucht af en voert verse lucht aan. Hedendaagse gebouwen zijn niet alleen goed geïsoleerd, maar hebben daarnaast een gedegen ventilatiesysteem. Het is immers algemeen geaccepteerd dat een gebrekkige ventilatie een hele reeks aan gezondheidsklachten op kan leveren. Denk hierbij aan verkoudheid, aandoeningen aan de luchtwegen en hoofdpijn. Bij ventilatie kan onderscheid gemaakt worden tussen ongecontroleerde en gecontroleerde ventilatie. Ongecontroleerde luchtverversing vindt plaats door de werking van de wind in kieren en spleten. Gecontroleerde ventilatie kan onderverdeeld worden in mechanische en natuurlijke ventilatie. Bij mechanische ventilatie kan het debiet (hoeveelheid lucht per tijdseenheid) geregeld worden door een ventilator met instelbaar toerental. Het ventilatiesysteem voert koolzuurgas, vocht en verontreiniging af en voert zuivere lucht aan. Dit garandeert een blijvend gezond binnenklimaat. Maar wist u dat de af te voeren (warme) lucht ook weer gebruikt kan worden voor verwarmen met ventileren?
Verwarmen met ventileren
Vaak omvat een ventilatiesysteem een afzuigventilator. Via ongeregelde of geregelde roosters komt koele buitenlucht het pand binnen. De afzuigventilator transporteert de af te voeren lucht rechtstreeks naar buiten. Bij het afvoeren van deze (warme) lucht gaat echter kostbare warmte verloren. Met een warmtepomp had deze warmte opnieuw gebruikt kunnen worden voor verwarmen met ventileren. Omdat er tegenwoordig veel belangstelling is voor duurzaam bouwen, krijgen warmtewisselaars en warmtepompen een steeds belangrijkere rol. Een warmtewisselaar (WTW) transporteert warmte van het ene naar het andere medium. De WTW maakt daarbij meestal gebruik van het zogeheten tegenstroomprincipe. Dit houdt in dat twee stoffen die in tegengestelde richting langs een membraan stromen, op een effectievere manier een eigenschap als warmte op elkaar kunnen overdragen dan wanneer ze dezelfde kant op zouden stromen. Moderne warmtepompen werken doorgaans op een elektrisch aangedreven compressietechniek, waarbij vloeistof wordt rondgepompt in een gesloten circuit. Afhankelijk van temperatuur en druk is deze ‘vloeistof’ vloeibaar of gasvormig. Dit veranderen van toestand zorgt ervoor dat de warmte wordt opgenomen en vervolgens weer afgegeven.
Besparing en milieuwinst
In combinatie met warmtepompen worden warmtewisselaars ook vaak ingezet om warmteoverdracht tussen het opgewarmde medium en het huiswater mogelijk te maken. Door gebruik te maken van een warmtepompboiler kan de warmte van de ventilatielucht opnieuw gebruikt worden om te voorzien in warm tapwater. Het is zelfs mogelijk de afgevoerde warmte in te zetten om een woning of ander pand te verwarmen. Door de restwarmte te recyclen kan het energieverbruik voor het produceren van warm tapwater zo bijvoorbeeld tot maar liefst 40% dalen! Al met al kan warmteverlies door verwarmen met ventileren tot een minimum beperkt worden. Dit levert zowel winst voor het milieu op als een besparing in de energiekosten voor de gebruiker die kiest voor verwarmen met ventileren.