Op de VSK 2014 tonen exposanten oplossingen voor slim en duurzaam verwarmen. We zijn in gesprek met Nefit. Jaga en ATAG Verwarming over het Energie-akkoord, integratie en de rol van de installateur.
Energieakkoord
Het Energieakkoord is een gemiste kans voor de BV Nederland. Dat zeggen experts uit de Nederlandse verwarmingsindustrie aan de vooravond van de VSK 2014. Tijdens deze vakbeurs voor onder andere klimaatbeheersing en warmtetechniek (van 3 tot en met 7 februari in de Jaarbeurs Utrecht) toont deze sector innovatieve oplossingen die zowel het energieverbruik verminderen als hernieuwbare energiebronnen benutten als ook het wooncomfort verhogen. Systemen die je grotendeels óók in de 7 miljoen bestaande woningen in Nederland kunt toepassen om op het gebied van verduurzaming echte stappen te zetten.
Precies daar laat het Energieakkoord dat de SER afgelopen zomer heeft afgesloten, namelijk kansen liggen, vindt Jan Blom, marketingmanager van Nefit. “Het akkoord laat de kans liggen om in de gebouwde omgeving energie te sparen en voor onze sector economische kansen te creëren.” Investeren in windmolens op zee brengt het thema energiebesparing bovendien niet dichterbij de belevingswereld van de doorsnee Nederlander. “Men kiest voor enkele grootschalige stappen voorwaarts, terwijl veel kleine stapjes voorwaarts samen ook een flinke stap voorwaarts zijn.”
Eugène Wissing, product manager Renewable Heating bij ATAG Verwarming, laat zich in soortgelijke bewoordingen uit over het recente akkoord. Hij juicht het toe dat Nederland meer duurzame energie gaat opwekken. En dat 300 miljoen euro belastinggeld in een isolatiefonds wordt gestopt, vindt hij eveneens goed. Energieverbruik verminderen is immers de eerste stap in het Trias Energetica concept. “Maar de CV-ketel sneeuwt onder”, constateert hij tegelijkertijd. Terwijl juist de Nederlandse spelers in de markt voor CV-installaties oplossingen om duurzame energiebronnen in te zetten in huis hebben, zoals ze ook op de VSK 2014 zullen laten zien. Oplossingen die juist geschikt zijn om de bestaande woningvoorraad op een duurzamer peil te brengen.
Hybridesystemen
Deze duurzame oplossingen zijn de hybridesystemen. Bij ATAG is dat het ALEC systeem, een combinatie van een HR107-combiketel met een zonneboiler en energieopslagvat. Hiermee kun je zowel zonnewarmte als restwarmte van de CV-ketel opslaan voor latere momenten. Eugène Wissing ziet, nu Nederland massaal gaat isoleren, kansen voor dit concept. “Als de woningen beter geïsoleerd zijn, zal je zien dat veel CV-ketels in het voor- en najaar onder hun laaglastgrens komen. De ketel levert teveel energie in verhouding tot de warmtevraag in de woning en gaat pendelen, wat slecht is voor de levensduur en storend voor het comfort.”
Het ALEC systeem (ATAG Low Energy Concept) slaat restwarmte op in het energieopslagvat, waarin overdag ook de zonnewarmte wordt opgeslagen. Vraagt de bewoner warmte, dan wordt eerst deze energie verbruikt. Er gaat dus aanzienlijk minder warmte verloren. Het systeem kan ook gecombineerd worden met een andere duurzame energiebron in plaats van zonnewarmte, bijvoorbeeld een warmtepomp of warmte opgewekt met elektriciteit van zonnepanelen.
Centrale plek voor HR-ketel
Nefit gelooft eveneens in systemen waarin de HR-ketel een centrale plaats inneemt, aangevuld met slimme duurzame oplossingen. Dit laatste kan een zonneboiler zijn, maar net zo goed een warmtepomp al dan niet gevoed met elektriciteit van PV-panelen. “De HR-ketel blijft nog zeker tien jaar een grote rol spelen mede vanwege de gasinfrastructuur die we in Nederland hebben”, zegt Jan Blom van Nefit. Hij gelooft niet in een ‘onesize fits all’ oplossing. Iedere situatie vraagt zijn eigen specifieke oplossing rondom de HR-ketel.
Integratie verwarmen en ventileren
Met het verder isoleren van woningen neemt de noodzaak van goed ventileren toe. Anders ontstaan er door vocht op den duur ernstige problemen. Bert Kriekels, salesmanager bij Jaga, bepleit een integrale aanpak. Verwarmen en ventileren moet je niet langer los van elkaar zien. Juist in bestaande woningen kun je hiermee energie besparen en het woonklimaat verhogen. Integratie van functies wordt een trend volgens hem.
“Nederland kent eigenlijk alleen nog de renovatiemarkt. Daarvoor moeten we producten ontwikkelen die in één klap meerdere problemen oplossen”, schetst hij de uitdaging. De lage temperatuur radiatoren met geïntegreerde ventilatie units zijn daar een voorbeeld van. Dit is niet alleen voor de installateur eenvoudiger te plaatsen. De gebruiker heeft het comfort van ventileren en verwarmen vanaf één plek aan te sturen. Het ventileren is CO2 gestuurd. “We ventileren alleen als het echt nodig is en dan in combinatie met warmteterugwinning.” Nog een voorbeeld van geïntegreerde functionaliteiten is de Briza Fresh, een verwarmings-, koel- en ventilatiesysteem in één, met name bedoeld voor kantoren en zorginstellingen.
Een andere trend die Kriekels ziet, is met nog lagere temperaturen verwarmen. Met behoud van dezelfde radiatorgrootte verwarmt Jaga nu al bij temperaturen van 35 tot 50 graden. “Daardoor kunnen we hernieuwbare energiebronnen gebruiken. Met dergelijke systemen kun je,” legt Kriekels uit, “ook heel goed bestaande, goed geïsoleerde gebouwen aanpassen, zonder ingrijpende maatregelen in de constructie voor zover die überhaupt mogelijk zijn.
Interconnectivity
De volgende stap gaat echter nog verder, verwacht Bert Kriekels. Het ultieme verwarmingssysteem van de toekomst reageert direct op de aanwezigheid van de gebruiker van een ruimte en diens warmtevraag. Snel schakelende systemen gekoppeld aan smartphones. Bert Kriekels: “Cruciaal is dat de bewoner centraal staat, niet het systeem. Daarom werken wij aan een systeem dat alle dynamische verwarmingssystemen aan elkaar koppelt en dat de bewoner vanaf zijn smartphone en via sensoren kan bedienen. Dat is de toekomst.” Jaga heeft een eerste concept al geïnstalleerd in de eigen showroom. Op de VSK zal dit eveneens getoond worden.
Ook Nefit verwacht dat interconnectiviteit een vlucht gaat nemen en introduceert deze winter de Nefit Easy klokthermostaat. Niet alleen de consument gaat via zijn smartphone, tablet of intelligente thermostaat meer met zijn CV-installatie communiceren, dat zal straks eveneens de installateur doen. Nefit heeft dit als servicetool inmiddels ontwikkeld voor installateurs, die als de klant het toelaat op afstand een CV-installatie al kunnen monitoren en controleren. “Er zullen nog veel meer zaken in deze richting komen.” Zo zul je binnenkort de koppeling met het internet zien. Bij weersafhankelijk regelen bijvoorbeeld, haalt de CV-installatie via Wifi de actuele buitentemperatuur in jouw woonplaats op bij Weeronline.nl, zonder dat er nog buitensensoren nodig zijn.
Interconnectiviteit zal nog heel andere toepassingen mogelijk maken. “Je zou een warmtepomp kunnen aansturen op basis van economische motieven, bijvoorbeeld de prijzen van gas en stroom op dat moment”, blikt Jan Blom vooruit in de toekomst. “Home automation is een trend die een vlucht gaat nemen en waar wij op inspelen.”
Nederland blijft gasland
En de all electric verwarming? Komt die er ook? Deels is die er nu al, zegt Jan Blom. “Als je een warmtepomp voedt met elektriciteit van een PV-installatie heb je een duurzaam systeem.” Eugène Wissing van ATAG Verwarming zegt er wel mee bezig te zijn, maar niet direct voor de Nederlandse markt. Het zou namelijk een enorme kapitaalsvernietiging zijn als je de bestaande gasinfrastructuur in Nederland niet benut. Duurzamer is het volgens hem om CV-ketels geschikt te maken voor andere gaskwaliteiten dan die van Slochteren.
ATAG Verwarming heeft twee jaar geleden de VSK Award gewonnen met de MultiGasketel, die geschikt is voor alle gaskwaliteiten inclusief biogas. Momenteel is men bezig het eerste project uit te rollen, wat niet eenvoudig is omdat de nieuwbouwmarkt slecht is en men ook nog specifiek een project nodig heeft waarin decentraal een biogasvergister is opgenomen. Daarmee stipt hij eigenlijk een onderliggend probleem aan dat ook Jan Blom van Nefit signaleert: het succes van de HR-ketel staat nieuwe technologie in de weg. “Momenteel hebben we uit de HR-ketel als concept alles gehaald. De vraag is nu of de consument bereid is meer te betalen voor nieuwe duurzame systemen”, vraagt Blom zich hardop af.
Installateur kan weer vakkennis tonen
Een terechte vraag, want ziet de consument door de bomen nog wel het bos? Kan hij uit al die verschillende technologieën de juiste kiezen? Is de consument overtuigd dat een beperkte meerinvestering nu een veelvoud aan besparingen in de komende jaren oplevert? Hier ligt de uitdaging voor de installateur die weer zijn vakkennis kan inzetten, denkt Jan Blom. “De installateur is min of meer in zijn rol teruggedrongen doordat de moderne CV-ketels onderhoudsvriendelijker zijn geworden. Nieuwe technologie geeft hem de kans zijn vakmanschap weer in te zetten en meer toegevoegde waarde te leveren dan alleen het plaatsen van een ketel.” De groep die dat oppikt en bijvoorbeeld met gedegen adviezen en slimme monitoringtechnieken en serviceconcepten de klant aan zich bindt, maakt een hogere marge.
Nog veel te winnen
Eugène Wissing ziet niet alleen een rol voor de installatiebranche, maar voor alle partijen in de keten. De fabrikanten moeten veel beter over de technologie communiceren met installateurs. En energiebedrijven zouden de consument inzicht moeten geven in zijn feitelijk energieverbruik. “Momenteel wordt de Nederlandse consument erg beïnvloed door het PV-verhaal maar heeft er absoluut geen weet van wat er thuis gebeurt. Hoeveel gas hij verbruikt om te verwarmen, hoeveel om te koken en wat is het verschil in gasverbruik tussen zomer en winter?”
Dat zouden energiebedrijven inzichtelijk moeten maken. Want dan kan de consument een betere afweging maken tussen de opbrengst van een investering van 2.500 euro in enkele PV-panelen om elektriciteit op te wekken of het geld stoppen in een hybridesysteem, waarmee het energieverbruik voor warm water met 60 procent en voor verwarmen met 15 procent daalt ten opzichte van een HR ketel. En waarmee je hernieuwbare warmte van de meeste duurzame energiebron, de zon, in huis haalt. Eugène Wissing: “Hier valt nog veel te winnen.” Een bezoek aan de VSK 2014 is voor de installateur de eerste stap naar meer en beter duurzaam verwarmen.