De Romeinen bouwden rond 10.000 jaar voor Christus al huizen door een houten constructie op te vullen met gevlochten delen en klei. Veel later nam deze bouwtechniek een grote vlucht.
Vooral tussen 1200 en 1700 zijn er veel vakwerkhuizen gebouwd. In het begin van die periode groeide de bevolking in Europa en trokken meer mensen naar de steden. Natuursteen was lang niet overal beschikbaar en/of betaalbaar. Wie toen een huis van steen wilde bouwen, moest wel `steenrijk` zijn. Vakwerk was een snelle en goedkope manier om te kunnen bouwen, vooral in gebieden waar de benodigde materialen ruimschoots voor hand waren. Omdat de bouwwerken van hout en stro wel flink brandgevaarlijk was, ging men op een gegeven moment wel steeds meer huizen van steen bouwen.
In heel Europa zijn nog sporen van vakwerkbouw te vinden, maar ook in Japan, China werd vakwerk toegepast. Europeanen die rond 1800 naar Amerika emigreerden, de zogeheten kolonisten, namen de techniek mee zodat het ook daar terecht kwam.
Blijvend populair
Vakwerkhuizen uit het begin van de bloeiperiode – dus rond 1200 – zijn er niet meer. Veel van de bouwwerken die op het platteland stonden, verdwenen als gevolg van het weer. Regen en leem gingen in die tijd nog niet goed samen. Pas later ontdekte men manieren om het leem zo te bewerken dat de regen er minder vat op had. Het oudste vakwerkhuis van Nederland staat in Maastricht en dateert uit 1406.
Een groot deel van de vakwerkhuizen die her en der nog in Europa staan, zijn tot monument uitgeroepen en hebben dus een beschermde status. Vakwerk heeft een bijzondere uitstraling, veel mensen houden ervan. In Engeland kwam tegen het jaar 1900 de Tudorstijl op. Het was een bouwstijl waarbij gewoon in steen werd gebouwd, maar om het gebouw een `vakwerklook` te geven, werden er houten latten aan de gevel gelijmd. Die hadden dus niets met de constructie te maken maar waren puur als decoratie bedoeld.
Tegenwoordig wordt de oude vakwerktechniek weer op kleine schaal toegepast in de ecologische bouw.
Doe de Duitse vakwerkroute
Een tip tot slot; voor wie vakwerk kan waarderen is de Duitse vakwerkroute (in het Duits: Fachwerkstrasse) een aanrader. Het is een route van een kleine drieduizend kilometer, beginnend in Stade aan de monding van de Elbe en eindigend in Meersburg aan de Bodensee. Van noord naar zuid dus, langs bijna honderd steden en stadjes met prachtige staaltjes vakwerk. In totaal staan er bij onze oosterburen nog ruim 2,5 miljoen vakwerkhuizen. Iedere streek heeft een eigen vakwerkstijl met bepaalde versieringen en kleuren. Dus mogen we straks de grens weer over, dan is dit de moeite waard.