In vooral woningen kun je twee verschillende soorten aansluitingen op het stroomnet tegenkomen. Het worden ook wel de 1-fase aansluiting en de 3-fasen aansluiting genoemd. Wat zijn dit voor stroomaansluitingen, welke is wanneer nodig, hoe herken je ze en houd je ze uit elkaar?
Van oudsher is in woningen en soms panden met een andere functie standaard een 1-fase stroomaansluiting aanwezig. In de meterkast komt dan één elektriciteitskabel het huis binnen en deze kabel bestaat uit twee stroomdraden, een fasedraad en een nuldraad. Op deze stroomkabel wordt de groepenkast in de meterkast aangesloten, waardoor stroom met een spanning van 230 Volt beschikbaar komt bij aansluitpunten als stopcontacten en schakelaars.
Maximale capaciteit
Een installatieautomaat (groep) wordt automatisch uitgeschakeld zodra de hierop aangesloten apparaten bij elkaar opgeteld meer stroom verbruiken dan maximaal is toegestaan om overbelasting te voorkomen. Apparaten op andere groepen hebben daar geen last van en kunnen gewoon gebruikt blijven. Daarom zit een grootverbruiker als een wasmachine, wasdroger, vaatwasser, maar ook de omvormer van zonnepanelen op een eigen groep, zo zitten apparaten elkaar niet in de weg.
Behalve de maximale capaciteit per groep, heb je ook te maken met het totale stroomverbruik dat een woning maximaal van het net kan trekken. Denk aan een aansluiting van 1x25A of 1x35A. In moderne huishoudens vormt dit steeds vaker een bottleneck. Want waar we vroeger aanzienlijk minder elektrische apparaten hadden (met ook nog een lager stroomverbruik) en voor zowel verwarmen als koken voornamelijk aardgas werd gebruikt, is de stroombehoefte in hedendaagse huishoudens enorm gestegen. Denk aan elektrisch koken, warmtepompen en het opladen van een elektrische auto.
Drie energiestromen
Dit is waar de 3-fasen aansluiting in beeld komt. Een elektriciteitscentrale wekt namelijk niet één energiestroom op, maar drie energiestromen “tegelijkertijd” en die hebben een faseverschil ten opzichte van elkaar. Bij wisselstroom wisselt de spanning doorlopend tussen de hoogste (positieve) en laagste (negatieve) waarde en beschrijft zo een mooie sinusvorm. In onder andere Nederland gebeurt dat met een frequentie van 50 keer per seconde. Het faseverschil houdt in dat de drie stromen 120 graden ten opzichte van elkaar en dus in de tijd zijn verschoven (3×120 vormt met 360 graden een volledige cyclus). De drie fasen lopen dus een beetje uit de pas.
Hogere capaciteit
Bij een 3-fasen aansluiting komen dan ook drie stroomkabels de meterkast in en heb je te maken met in totaal drie fasedraden en een nuldraad. Dankzij deze drie “losse” stroomaansluitingen is er ineens een capaciteit van bijvoorbeeld 3x25A of 3x35A beschikbaar in plaats van slechts 1x25A of 1x35A. Door de stroomgroepen handig over deze drie fasen te spreiden, wordt overbelasting van groepen en de netaansluiting voorkomen en kunnen er nu ook extra zware apparaten worden aangesloten. Zoals een inductiekookplaat of een warmtepomp met hoog vermogen. Ook bij grotere installaties met zonnepanelen zijn drie fasen nodig om zowel opwek als verbruik als de eventuele teruglevering vlekkeloos te laten verlopen.
Eén of drie?
Een 1-fase aansluiting kan nog steeds prima voldoen voor woningen waarin redelijk standaard huishoudelijke apparaten in gebruik zijn en eventueel een hybride warmtepomp of een klein aantal zonnepanelen aanwezig is. Ook een elektrische auto opladen is mogelijk, voor wie heel veel geduld heeft. Terwijl een 3-fase aan sluiting al snel in beeld komt bij elektrisch koken, all-electric warmtepompen, zoiets als een sauna, grotere zonnepanelen installaties en om de oplaadtijd van een elektrische auto drastisch te verkorten.
Welke aansluiting?
Achterhalen om welke aansluiting het gaat kan door een blik te werpen op de elektriciteitsmeter in de meterkast. Staat daar 230V (of nog 220V) op dan gaat het om een 1-fase aansluiting, terwijl 3x230V (of 380/400V) betekent dat er een 3-fasen stroomaansluiting aanwezig is. Daarnaast tref je een symbool aan van een cirkel onderaan een verticale lijn (1-fase) of drie cirkels verbonden door lijntjes (3-fasen, lijkt ietwat op een letter Y).
Voor het omzetten van een aansluiting met 1-fase naar 3-fasen zijn onder andere aanpassingen in de meterkast nodig, waaronder een andere (4-polige in plaats van 2-polige) hoofdschakelaar. Het spreekt voor zich dat dit alleen door een erkende installateur mag worden uitgevoerd.