Als we willen dat materialen die uit sloopprojecten komen zo goed mogelijk opnieuw worden gebruikt, dan moet er zorgvuldig worden gesloopt, stelt Edwin Zoontjes van VERAS, de branchevereniging voor sloopaannemers en asbestverwijderingsbedrijven. ‘Alleen merken we nog wel dat er bij de opdrachtgevers nog meer bewustwording nodig is. Je moet de sloopaannemer meer tijd, ruimte en geld geven om het voor elkaar te krijgen.’
‘Circulair slopen is niet de toekomst, het is nu’, vindt Zoontjes. ‘Het gebeurt steeds meer. We willen zuinig zijn met grondstoffen, dus we willen dat materialen die uit sloopprojecten komen zo goed mogelijk en op een zo hoogwaardig mogelijke manier weer opnieuw worden ingezet. Dat is dan ook onze definitie van circulair slopen. Dat die materialen die uit het gebouw komen weer in dezelfde functie opnieuw worden ingezet in een nieuw gebouw.’
Tijd, ruimte en geld
Dat wordt vooral mogelijk gemaakt door heel zorgvuldig te slopen, stelt Zoontjes. Maar daar moeten de bedrijven ook de gelegenheid voor krijgen. ‘Je hebt daar tijd, ruimte voor nodig, en professionele mensen die dat allemaal kunnen. Maar we merken nog wel dat de opdrachtgevers zich soms wat meer bewust moeten worden dat als je echt circulair wil slopen, met zorg voor de omgeving en de veiligheid, dan moet je die sloopaannemer ook meer tijd, ruimte en geld geven om dat voor elkaar te krijgen.’
Circulair slopen wil dus zeggen dat materialen een nieuw leven krijgen voor een nieuwe gebruiker. ‘Die kun je bij bestaande opdrachtgevers vinden, maar we proberen het ook door een marktplaatsachtige omgeving te ontsluiten, zoals www.allesovercirculairbouwen.nl of www.insert.nl. Daarin hebben meerdere slopers zich georganiseerd om zoveel mogelijk materialen weer te kunnen afzetten.’
Precies weten wat je hebt
Voor circulair slopen is het een vereiste dat de sloper precies weet wat er in het gebouw zit. Daar is de sloopinventarisatie en de stoffeninventarisatie voor. Die moet vooraf worden gedaan bij elk gebouw of object dat je wil gaan renoveren of slopen. ‘Dat gebeurt altijd in samenspraak met de opdrachtgevers. Dan gaat een sloopaannemer door het gebouw heen en inventariseert uitvoerig wat er in zit en ook welke risico’s er eventueel kunnen zijn. Denk aan gevaarlijke stoffen als asbest, maar ook aan Chroom-6, PCB’s en zelfs biologische agentia. Die kun je allemaal tegenkomen in een gebouw. Je moet dus weten wat er is en ook hoe dat effect heeft op de uiteindelijke afzet van de sloopmaterialen. Dat moet allemaal heel nauwkeurig in kaart worden gebracht.’
Materialenpaspoort
Voor de inventarisatie is het overigens heel handig als nu bij nieuwbouw al is geïnventariseerd wat er in een gebouw zit.’Bij nieuwbouw kun je denken aan een materialenpaspoort met gebouwinformatie, dat al een volledig beeld geeft op het moment dat je een gebouw neerzet. Dat wordt dan ergens bewaard gedurende de levensfase van een gebouw. En het wordt bijgewerkt als er een renovatie plaatsvindt, bijvoorbeeld als plafondplaten moeten worden vervangen, of armaturen of iets dergelijks. Dat wordt allemaal genoteerd in het paspoort, waardoor de sloper aan het eind van het proces direct een goed beeld heeft van wat er allemaal is gebeurd in dat gebouw. Dan weet die waar hij allemaal rekening mee moet houden in zijn eigen proces om de materialen weer optimaal opnieuw te kunnen inzetten.’