De bouwbiologie kent 25 richtlijnen die als uitgangspunt dienen voor een gezonde, natuurlijke, duurzame en mooie leefomgeving. Deze richtlijnen zijn verdeeld in vijf hoofdthema’s: binnenklimaat, bouwmaterialen en inrichting, ontwerp en architectuur, milieu/energie/water, en eco-sociale leefomgeving. Bouwbioloog Nathalie Groot Kormelink licht dit keer het hoofdthema ‘ontwerp en architectuur’ toe.
Dat doet ze deels live in de bouwbiologische woning die ze ontwierp in Enschede. De bewoners namen in februari hun intrek in het huis en Groot Kormelink en ik zijn uitgenodigd om een kijkje te nemen. Vanuit haar kantoor lopen we er naartoe. De houtskeletbouwwoning past mooi in de bosachtige omgeving. De architect is er na de oplevering niet meer geweest. ‘Wat is het mooi geworden’, zegt ze bij binnenkomst. Het regent, dus we zien helaas niet hoe de woning ten opzichte van de zon ligt; een van de belangrijke aspecten van ontwerp en architectuur volgens de bouwbiologie. Mij valt direct op hoe doordacht het ontwerp is, en hoe compact er gebouwd is. Voor het gezin met vijf kinderen is het precies passend; niet te groot en niet te klein. Alle ruimtes grenzen aan een bescheiden patio. ‘Het is een soort donut’, zegt de bewoonster terwijl ze ons rondleidt. ‘We voelen ons heel happy hier. Het binnenklimaat is goed, de verhoudingen kloppen, het licht valt heel mooi naar binnen.’
Inzoomen
Terug in haar kantoor zoomt Groot Kormelink nog dieper in op het thema ontwerp en architectuur. ‘Ieder thema heeft vijf pijlers. Voor ontwerp en architectuur zijn dat:
1 Aandacht besteden aan harmonieuze verhoudingen en vormen;
2 Zintuiglijke indrukken bevorderen, zoals zien, horen, ruiken en aanraken;
3 Licht en kleuren op een natuurlijke manier toepassen.;
4 Rekening houden met fysiologische en ergonomische inzichten;
5 Gebruikmaken van regionale leveranciers.
Harmonieuze verhoudingen
Deze eerste pijler heeft betrekking op de proporties van een woning. ‘Dat is gelijk best een lastig punt’, zegt Groot Kormelink. ‘Er zijn geen strikte regels voor, je kunt het dus niet leren. Het is vooral een gevoel, al zijn er wel wat richtlijnen. Zo worden hoge plafonds in smalle / kleine ruimtes als onprettig ervaren. Harmonieuze verhoudingen en vormen zijn bewezen gezonder voor mensen en voor de planeet. De meeste mensen voelen zich verloren in grote ruimtes. Ook gezien de woningschaarste en het scheefwonen is te groot bouwen geen goed plan. Toch zijn de afmetingen van huizen in de laatste jaren toegenomen. In de VS zijn de huizen tussen 1910 en 2010 gemiddeld maar liefst 74% groter geworden. De bouwbiologie is geen voorstander van ongebreidelde groei, want je legt met een groter gebouw meer beslag op grond, je gebruikt meer grondstoffen, je hebt meer verwarming nodig etc.’
Zintuiglijkheid
‘Een huis moet fijn ruiken, er prettig uitzien, goed klinken en lekker voelen’, stelt Groot Kormelink. ‘Materialen zijn daarbij van grote invloed. Een huis van baksteen ruikt en klinkt anders dan een huis van hout. Een huis met hoge ruimtes klinkt anders dan een woning met een plafondmaat van zo’n 2,5 meter. Veel traditionele moderne woningen zijn groot en ‘koud’, dertien in een dozijn. Het zijn blokkendozen die overal kunnen staan en die zonder gevolgen een kwart slag gedraaid, of – bij wijze van spreken – op hun kant of hun kop kunnen worden gezet. Ze zijn onpersoonlijk en doen niets met de zintuigen. Terwijl een bouwbiologische woning heel erg een weerspiegeling is van de bewoners. De woning waar we vanochtend waren is helemaal in overleg met de familie tot stand gekomen. Het ontwerp is hen op het lijf geschreven. De woning zou er niet anders uit kunnen zien, en niet op een andere plek kunnen staan, en je zou het zeker niet kunnen draaien op het kavel, want dan kloppen bijvoorbeeld de zichtlijnen en de bezonning niet meer. De keuze voor leemstuc, plafondverwarming, de afwerking met hout, dat het gelijkvloers is en gebouwd rondom een patio: dat alles doet iets met de zintuigen. Net als de zichtlijnen die de compacte woning toch heel ruimtelijk maken.’
Licht en kleur
Er wordt vaak gezegd dat het verstandig is om slaapkamers op het noorden te situeren. ‘Maar’, zegt Groot Kormelink, ‘volgens de bouwbiologie moet er in een kinderslaapkamer zonlicht naar binnen vallen, omdat kinderen er ook spelen en huiswerk maken. Met kunstlicht kunnen we op ieder moment van het jaar, dag of nacht, onze omgeving verlichten. Toch kan kunstlicht natuurlijk daglicht niet vervangen. Het streven moet dus zijn om zo veel mogelijk daglicht in een woning te krijgen, zeker in de winter. In de zomer is natuurlijke schaduw prettig. Let wel goed op: een boom van 10 meter geeft in de zomer 5,3 meter schaduw, maar in de winter is dat wel 40 meter. Bij de woning waar we vanochtend waren, heb ik overstekken op de zuidkant bedacht. Dat werkt uitstekend. Het overstek houdt in de zomer de zon tegen. In de winter, als de zon laag staat, komt de zon wel binnen. Qua kleuren passen aardetinten in de bouwbiologie. Die zijn rustgevend en harmonieus. Een accentkleur hier of daar mag best, maar liever niet in een ruimte waar je wilt ontspannen.’
Fysiologie en ergonomie
In het ontwerp en de architectuur van een woning zijn fysiologie en ergonomie belangrijke punten. ‘Dat gaat onder andere over veiligheid’, zegt Groot Kormelink. Want een huis kan niet de goedkeuring wegdragen vanuit bouwbiologie als je niet aan veiligheid denkt. Het zou gek zijn om alles in het werk te stellen om een gezonde woning te ontwerpen en er vervolgens een onveilige situatie zou ontstaan. Een klein voorbeeldje uit mijn eigen praktijk ter illustratie: ik vind anti-sliptrips op de trap niet mooi en had ze in mijn eigen huis dus ook niet toegepast. Toen een vriendin hier voor het eerst kwam kijken, gleed ze prompt uit en viel van de trap. Dus bij klanten adviseer ik altijd om dergelijke strips te plaatsen. Vallen is de grootste doodsoorzaak binnenshuis, door gladde vloeren, slechte verlichting en tegenwoordig omdat mensen rondlopen terwijl ze op een mobiele telefoon of tablet kijken. Fysiologie en ergonomie gaan ook over hoe praktisch iets is. Als alle ramen naar binnen openslaan, kun je ze van binnenuit lappen. Dan hoef je nooit meer op een ladder en beperk je dat risico. Maar je kunt je afvragen hoe ver je daarin moet gaan.’
Loyaal aan lokaal
‘Lokaal heeft altijd de voorkeur’, zegt Groot Kormelink, ‘maar een materiaal, product of dienst moet ook maar net in de buurt voorhanden zijn. Ik ontwierp als Enschedese architect een woning voor een Enschedees gezin. Dat klopte alvast. De betrokken bouwbiologische aannemer Dijkhuis is gesitueerd in Hardenberg. Met een afstand van vijftig kilometer is dat nog steeds behoorlijk lokaal’, zegt ze met een lach.
‘Toen ik mijn eigen woning ontwierp, was ik nog geen bouwbioloog. Ik gebruikte Canadees Western Red Cedar. Gezien het transport en de uitstoot zou ik dat nu niet meer doen. Wat een goed lokaal alternatief is? Misschien Europees eiken, maar daar zou ik me echt in moeten verdiepen.’
Het ontwerpproces
Tot slot vertelt Groot Kormelink nog iets over het ontwerpproces. ‘Ik maak drie ontwerpen. Het eerste is zoals ik denk dat de klant het wil op basis van gesprekken. Ontwerp twee is zoals ik het zelf zou doen. Ontwerp drie ontstaat uit een combinatie van die twee of is soms helemaal anders. Je groeit altijd naar een ontwerp toe, en er zijn altijd meerdere opties. Ik kreeg onlangs de vraag om een huis te ontwerpen op een prachtige locatie met fenomenaal uitzicht. De opdrachtgever wil een veranda voor het huis, maar dat neemt het zicht op de lucht voor een groot deel weg. Dat vind ik jammer want de lucht is onderdeel van dat prachtige uitzicht en dus probeer ik die veranda op een andere plek te realiseren. Meestal kom je met goede argumenten een heel eind. Als iemand op basis van een redenering tot een keuze komt, is dat ook prima. Het is vaak puzzelen, maar dat maakt dit werk zo mooi. Ik houd rekening met de klant, de ligging en eigenschappen van een kavel, de eisen en regels van de gemeente, en met de uitgangspunten van de bouwbiologie. Daar komt dan een heel gepersonaliseerd ontwerp uit voort. De houten patio-woning die we bezochten, is daar een prachtig voorbeeld van.’