Het omzetniveau ligt nu bijna 6 procent boven dat van topjaar 2008. Alleen de burgerlijke en utiliteitsbouw (B&U) heeft nog niet het omzetniveau van voor de crisis bereikt. Met een omzetstijging van 13,6 procent behaalden B&U-bedrijven wel de hoogste groei in een tweede kwartaal sinds 2008. Bedrijven in de grond-, water- en wegenbouw (GWW) zagen hun omzet met 12,5 procent groeien. Bij gespecialiseerde bouwbedrijven zoals installatie- en afwerkingsbedrijven, bedroeg de omzetstijging 10,5 procent.
Middelgrote bouwbedrijven met 10-100 werkzame personen hebben het omzetniveau van voor de crisis nog niet bereikt. Hun omzet lag in het tweede kwartaal van 2018 bijna 13 procent onder dat van voor de crisis. Bij kleine bouwbedrijven tot 10 werkzame personen ligt het omzetniveau al weer ruim drie jaar boven dat van 2008. Bij grote bedrijven vanaf 100 werkzame personen lag het omzetniveau dit jaar voor het eerst boven dat van 2008.
Minder faillissementen, meer vacatures
In de eerste twee kwartalen van 2018 zijn 192 faillissementen uitgesproken in de bouw. Een jaar eerder waren dat er in dezelfde periode nog 253; een daling van bijna een kwart.
Het aantal openstaande vacatures liep op tot 16,3 duizend aan het eind van het tweede kwartaal, het hoogste aantal in bijna tien jaar tijd. Het ondernemersvertrouwen van de bouwers was aan het begin van het derde kwartaal met 32,5 relatief hoog. Wel gaven weer meer ondernemers aan dat een tekort aan arbeidskrachten de productie belemmert. Van de verdwenen bouwvakkers in de periode na de crisis van 2008 was circa 15 procent in 2016 weer teruggekeerd in de bouw.
Voor 4,4 miljard euro aan bouwkosten vergund
De totale bouwkosten van afgegeven vergunningen voor de bouw en verbouw van woningen en bedrijfsgebouwen kwamen in het tweede kwartaal uit op bijna 4,4 miljard euro, ruim 10 procent meer dan een jaar eerder. De vergunde bouwkosten voor de bouw en verbouw van bedrijfsgebouwen nog sterker. Deze kwam uit op bijna 1,8 miljard euro en lag daarmee ruim 29 procent hoger dan een jaar eerder. Bij bedrijfsgebouwen gaat het onder andere om bedrijfshallen, agrarische gebouwen, kantoren en scholen. De bouwkosten in een afgegeven vergunning betreffen een schatting van de waarde van de materiaal- en arbeidskosten van de bouwopdracht. In deze telling van de bouwkosten zijn alleen verleende bouwvergunningen van 50 duizend euro of hoger meegenomen.