Noodverlichting is verlichting die gaat werken als de gebruikelijke verlichting door een stroomstoring niet meer functioneert. De voedingsbron van deze verlichting is dan ook afhankelijk van de bron die de ‘gewone’ verlichting voedt. Noodverlichting heeft verschillende functies.
Het rennende mannetje
Noodverlichting kan verdeeld worden in vier categorieën. Allereerst is er vluchtwegverlichting; de verlichting die de vluchtwegen aangeeft. Deze verlichting gaat pas branden als er een stroomstoring optreedt. Ten tweede onderscheiden we de categorie vluchtwegaanduiding. Deze verlichting duidt de (nood)uitgangen en vluchtwegen aan en brandt continu. Kenmerkend voor de aanduidingen is het pictogram met het ‘rennende mannetje’. Een derde groep verlichting is de anti-paniekverlichting. Hierbij gaat het om verlichting in grotere publieke ruimtes waar veel mensen aanwezig kunnen zijn. Deze verlichting gaat pas branden bij stroomuitval en moet voorkomen dat er in dergelijke ruimtes paniek uitbreekt. Tot slot is er noodverlichting voor werkplekken met een ‘verhoogd risico.’ Hier garandeert de verlichting dat werknemers risicovolle werkzaamheden veilig af kunnen maken; denk hierbij aan mensen die werken met gevaarlijke machines of chemicaliën.
Bijdrage aan veiligheid
De installatie van noodverlichting is in veel bouwbesluiten verplicht gesteld. Het gaat dan vooral om gebouwen waar over het algemeen veel mensen aanwezig zijn. Denk hierbij aan kantoorpanden, ziekenhuizen en onderwijsinstellingen. Ook voor studentenhuizen is noodverlichting verplicht, evenals in bepaalde vervoersmiddelen. In vliegtuigen bevindt zich bijvoorbeeld de zogeheten paniekverlichting. Dit zijn de lichtstroken op de vloer langs de gangpaden die ervoor zorgen dat passagiers in geval van brand desnoods kruipend de nooduitgangen kunnen bereiken.
De kenmerken waar noodverlichting aan moet voldoen liggen vast in verschillende NEN-normen (NEN-EN 1838, NEN 6088 en NEN 1010). Indien geïnstalleerd volgens deze normen, zal de noodverlichting bijdragen aan de veiligheid en wordt in geval van een calamiteit erger voorkomen.
