Er wordt nog niet veel met elektrische bouwmachines gewerkt, maar ze zijn er wel. Hitachi presenteerde een aantal maanden geleden op de Bauma in München een 8,5 ton zware elektrische rupsgraafmachine. In 2020 komt hij op de markt. De machine kan op volle accu`s een halve werkdag draaien. Een lege accu kan vervolgens in drie kwartier worden opgeladen, dat is bij wijze van spreken tijdens de lunchpauze. De elektrische telescoophoogwerker van het merk JLG houdt het met een accupakket van 775 Ah – 48 Volt een hele werkdag vol.
Boost
`De stikstofproblematiek geeft zeker een boost aan de interesse voor het gebruik van elektrische bouwmachines`, stelt Albert Lusseveld. Hij is programmamanager Duurzaamheid en Veiligheid bij de BMWT, de belangenbehartiger van leveranciers van bouwmachines, magazijninrichtingen, wegenbouwmachines en transportmaterieel. `In een onderzoeksrapport dat ABN-AMRO een paar maanden geleden uitbracht, staat expliciet genoemd dat elektrisch materieel een deel van de oplossing kan zijn.`
Machines en voertuigen die nodig zijn in de bouw, draaien nu nog vooral op fossiele brandstoffen. Naast de uitstoot van CO2 en fijnstof geven dergelijke machines ook overlast in de vorm van stank en herrie. Bij de elektrische alternatieven zijn al die bezwaren er niet. Waarom ze nog niet op grote schaal worden ingezet? Daar zijn een paar redenen voor. In de eerste plaats is het een geldkwestie. Elektrische machines zijn op dit moment nog behoorlijk veel duurder dan voertuigen op fossiele brandstof. Aan de andere kant zijn de kosten voor onderhoud en brandstof lager. Voor grote bedrijven is de aanschafprijs geen struikelblok, kleine bedrijven kunnen met behulp van een fiscale stimuleringsregeling zoals de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Maar ondanks dit fiscale voordeel blijkt het in de praktijk onvoldoende ter compensatie van de meerprijs van duurzaam materieel. De hogere aanschafprijs speelt parten; en vooral voor bedrijven met minder investeringskracht.
Tweedeling
Volgens Lusseveld is het nodig om in het segment elektrische bouwmachines een tweedeling aan te brengen. `Er is een breed zero-emissie aanbod in het kleinere segment mobiele voertuigen, laten we zeggen tot 10 ton. En bouwers hebben over het algemeen positieve ervaringen met dergelijke machines. Voor de zware bouwmachines – boven de 10 ton – zijn er beduidend minder elektrische alternatieven. Ze zijn er wel, maar het aanbod is mondjesmaat. Zie ook de het huidige overzicht van zero-emissie en hybride machines, die wij samen met Natuur&Milieu opstelden. Daarbij komt dat er in dat zwaardere segment dus ook nog niet zoveel ervaring mee is opgedaan. Maar kennis van zaken over gebruiksvriendelijkheid en accuprestatie moeten zich echt in de praktijk nog bewijzen. Het vergt een andere manier van werken: Het Nieuwe Draaien. Vergelijk het met een automobilist die overstapt van een dieselauto naar een Tesla. Je moet anders leren rijden. Rekening houden met de accuduur, vermogen dat direct beschikbaar is als je het pedaal intrapt. Zo moeten ook machinisten wennen aan elektrische mobiele voertuigen.`
Overschakelen
Naast volledig elektrische bouwmachines is er een grote hoeveelheid hybride modellen op de markt. Dat betekent: elektrisch waar het kan, fossiel als het moet. Een mooi voorbeeld daarvan is het Nederlandse bedrijf Spierings. Hun hybride mobiele hijskraan is elektrisch aangedreven en kan op de bouwplaats stil werken zonder uitstoot. Om op de snelweg de gewenste snelheid te kunnen behalen is de kraan uitgerust met een bescheiden dieselmotor. Elektrische bouwmachines – en hybride varianten – zijn dus voorhanden, en dat is goed nieuws met het oog op de energieneutrale toekomst.