De huidige snelle groei van het aantal opgestelde warmtepompen toont aan dat de stap van de early adopters naar de (vroege) massamarkt is gemaakt, schrijft Frank Agterberg, voorzitter van de Dutch Heat Pump Association (DHPA) en voorzitter van BodemenergieNL in het Nationaal Warmtepomp Trendrapport. De verwachting is dat er in 2020 al meer dan 200.000 warmtepompen opgesteld zullen zijn en in 2030 bijna 1,3 miljoen. Momenteel concurreren warmtepompen met warmtenetten bij de verduurzaming van gebouwen. Maar Agterberg wijst erop dat een lagetemperatuurwarmtenet – een zogenaamde vierde generatie warmtenet – ook een bron kan zijn voor warmtepompen. En daarmee ligt er juist samenwerking in het verschiet, met name in de opdracht van gemeenten om verduurzaming op wijkniveau in te steken.
Markttrends
Op basis van de data over verwachtingen rond kosten- en productontwikkelingen tot 2023 mag zonder enige terughoudendheid worden geconcludeerd dat de meerderheid van de 131 respondenten (installateurs, leveranciers en adviesbureaus) optimistisch is. Meer dan 80 procent kijkt positief naar verdere verbeteringen in de efficiëntie van warmtepompen waardoor minder energie vereist is voor dezelfde verwarming/koeling. Daarnaast denkt 88 procent van de respondenten dat de gasprijs zal stijgen terwijl slechts 31 procent van de respondenten denkt dat de elektriciteitsprijs tegelijkertijd ook zal stijgen. Grote eensgezindheid is er over het moment waarop de verkoop van gasketels gelijk is aan die van warmtepompen. Bijna 95 procent denkt dat dat moment in 2030 al is aangebroken.
Kennisgebrek
De belangrijkste redenen voor zowel zakelijke als particuliere klanten om geen warmtepompsysteem aan te schaffen zijn de hoge kosten en een kennisgebrek bij de klant over de beschikbare warmtepompsystemen, zo denken de respondenten. Opvallender daarbij is dat ruim 35 procent van de respondenten aangeeft geen financiële argumenten te gebruiken. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat een warmtepompsysteem kennelijk financieel niet altijd de beste optie is. Duurzaamheid wordt door de meerderheid van de respondenten daarentegen wél gebruikt om klanten te overtuigen.
Lucht/watersysteem populairst
Grote eenstemmigheid is er onder de geënquêteerden over het type warmtepomp dat in hun ogen het meest verkocht dan wel geïnstalleerd zal worden. Een afgetekende meerderheid denkt dat lucht/watersystemen het meest populaire type warmtepompen zullen zijn in de woningbouw. Voor de utiliteitssector is de verwachting dat water/water- en lucht/watersystemen het meest toegepast gaan worden terwijl dat in de industrie sector voornamelijk water/watersystemen betreft.
Hoewel hybride systemen momenteel relatief goedkoop en eenvoudig zijn in te passen in de woningsector, zijn er weinig respondenten die denken dat deze voordelen in de toekomst een grote rol blijven spelen.
Kennisniveau
Een zorg die algemeen onder de spelers in de warmtepompbranche wordt gedeeld betreft het kennisniveau in de installatiebranche. De grote meerderheid van de respondenten acht het gemiddelde kennisniveau van installateurs onvoldoende tot zelfs ruim onvoldoende. Tegenover deze groep staat een kleinere groep van 38 respondenten die het kennisniveau van installateurs in Nederland voldoende tot goed beoordelen. De geënquêteerden zien duidelijk een tweedeling bij de installatiebedrijven ontstaan. Er zijn specialisten met een grote expertise, installateurs die zich tijdig hebben (bij)geschoold en er is een groep die achterloopt en spoedig (bij)scholing nodig heeft. De respondenten denken dat de (bij)scholing van deze laatste groep én van nieuwe installateurs achterloopt door de snel groeiende vraag naar warmtepompsystemen. Het lijkt er dan ook op dat de door de Sociaal Economische Raad voorspelde kenniskloof wordt bewaarheid.