De nieuwe richtlijn K11007 van Kiwa is gebaseerd op de NISP-methode, die is ontwikkeld om het leefklimaat, de ecosystemen en de biodiversiteit in en rond zonneparken te helpen herstellen. Dit is goed voor bloem bestuivende insecten, maar ook voor de bodemkwaliteit, het watermanagement en de ecosystemen in het gebied. NISP biedt voor elke regio op maat gesneden oplossingen. Zo kan de grond waarop zonneparken staan, gedeeld worden met andere partijen. Hierdoor kunnen deze ook voor andere doeleinden worden ingezet, zoals agroforestry, recreatie of het houden van (wilde) bijen.
Verantwoorde aanleg van zonneparken
NISP is een certificatiesysteem voor individuele zonneparken en begeleidt ontwikkelaars gedurende het volledige proces: van inventarisatie en ontwerp tot realisatie en beheer. De eerste organisaties hebben hiermee al een start gemaakt. Zij kunnen straks met het NISP-certificaat bij hun gemeentes aantonen dat zij op een verantwoorde manier omgaan met de aanleg van zonneparken. Door hectares grond af te dekken met zonnepanelen kunnen licht, lucht en water niet meer goed bij de bodem komen, waardoor deze verschraalt en vogel- en insectensoorten zullen verdwijnen. Een natuurinclusief zonnepark heeft als voordeel dat zonlicht, lucht en water de bodem beter bereiken en dat is goed voor planten, insecten en vogels en de biodiversiteit in een gebied. Met dit nieuwe certificaat kunnen gemeentes, boeren, grondeigenaren en projectontwikkelaars hun duurzame ambities valideren bij overheden, de lokale gemeenschap en andere belanghebbenden. Een ander belangrijk kenmerk van NISP is dat nadrukkelijk rekening wordt gehouden met de omwonenden. Zij worden bij elke fase van het ontwikkelingstraject betrokken en dat geeft hen meer zeggenschap over hun woongebied.
