Het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) heeft de gaskraan definitief dichtgedraaid, en de verwarmingsketels verwijderd uit het gebouw. Daarmee is KIT, het grootste rijksmonument van Amsterdam, fossielvrij. De oude gasgestookte ketels maken plaats voor warmtepompen, die met behulp van een ondergrondse warmte-koude opslag (WKO) het historische gebouw van het KIT gasvrij gaan verwarmen en koelen. Ook het KIT Hotel, dat momenteel wordt gerenoveerd, zal gebruik maken van de installatie.
‘Het verwijderen van de verwarmingsketels is een mijlpaal in de verduurzaming van het KIT’, zegt Louis van den Berghe, CFO van het KIT. ‘Toen ik de ketels daadwerkelijk uit het gebouw zag gaan, werd het heel tastbaar dat we nu definitief van het gas af zijn.’
Duurzaam hotel en monument
Door de gaskraan dicht te draaien, loopt het KIT als grootste rijksmonument in de stad voorop in de energietransitie naar een gasloze en fossielvrije toekomst: een grote ambitie van de stad Amsterdam en Nederland.
Het KIT werkt hieraan al jaren samen met duurzaamheidsexperts van De Groene Grachten, een bedrijf dat in het KIT-gebouw gevestigd is. Suze Gehem van De Groene Grachten: ‘Als het grootste rijksmonument van Amsterdam definitief van het gas af kan, dan kan het overal! Een inspirerend voorbeeld voor alle andere monumenten in ons land die willen verduurzamen. Het kan dus echt!’
Gasvrij Erfgoed
De vervanging van KIT’s gasketels door warmtepompen en een ondergrondse warmte-koude opslag wordt uitgevoerd door Linthorst Techniek. Het bedrijf heeft de nodige ervaring met de oplevering van gasvrije verwarming en koeling in bestaande gebouwen, ook in de erfgoed sector, maar dit is wel het grootste rijksmonument dat door het bedrijf is aangepakt.
‘Wij hebben een unieke warmtepomp techniek ontwikkeld die ervoor zorgt dat we weinig hoeven te veranderen aan de binnen installaties. Zo plaatsen we meerdere hoog temperatuur (lucht)warmtepompen om dit pand gasloos te kunnen maken’, zegt Arend Jan Kamphuis, Engineer bij Linthorst. ‘Het zorgt ervoor dat de impact in een monumentaal pand minimaal is. In zo’n prachtig gebouw als het KIT, wil je natuurlijk zorgen voor het behoud van alle originele elementen.’
