Al duizenden jaren gebruiken mensen verf. Ze beschilderden er muren van grotten mee, en later brachten ze er versieringen mee aan in kerken en kloosters. Verf was er om mee te decoreren, en later ontdekte men dat verf hout kon beschermen tegen weersinvloeden. Verf werd vroeger gemaakt van wat er in de natuur te vinden was. De lastigste kleur was wit. Een paar duizend jaar geleden konden mensen wit maken als ze ergens krijt vonden. Ze gebruikten ook botten van dieren.
Wit is moeilijk
Wit bleef door de eeuwen heen een moeilijke kleur. Tot zo`n honderd jaar geleden werd er geschilderd met een giftige loodverbinding. Met dit loodwit was het mogelijk om het meest perfecte wit te creëren. Maar omdat het zo giftig was, werd er in 1939 een verbod van kracht op het gebruik van loodwit voor inpandig schilderwerk. Zink was een alternatief, maar was eigenlijk te transparant. In 1945 werd ontdekt dat in bepaalde mineralen de stof titaandioxide voorkwam. Dat bleek bruikbaar voor wit, maar erg duur. Titaandioxide wordt nog steeds volop gebruikt. Het is de basis voor de meeste kleuren, niet alleen in verf maar ook voor plastics. Toch is titaandioxide niet helemaal ongevaarlijk. In 2019 stelde de Europese Commissie vast dat het gebruik ervan in poedervorm mogelijk kanker veroorzaakt. In vloeibare verven mag het nog worden verwerkt, maar het is de vraag of dat zo blijft.
Duurzaam schilderwerk
Kleur, kwaliteit, gezondheid, milieu: op allerlei terreinen zijn fabrikanten van verf aan strenge regels gebonden. Wetgeving zorgde er al voor dat binnenshuis alleen nog maar worden geschilderd met verf op waterbasis. In verband met de gezondheid is terpentine naar buiten verbannen.
Duurzaamheid is ook een factor van belang. Daarom is er steeds meer aandacht voor de kwaliteit van verf. Als een verf goed dekt, zijn er minder lagen nodig, en is een verfbeurt misschien niet meer iedere zeven maar iedere tien jaar nodig. Dat scheelt in de kosten, maar er is ook gewoon minder verf nodig. En waar zit `m de kwaliteit dan in? Dan gaat het onder andere om de sterkte. Hoe beter het bindmiddel in de verf, hoe beter de verf hecht en tegen krassen en stoten kan. Bindmiddel wordt tegenwoordig versterkt met bijvoorbeeld polyurethaan, dat enorm hard is.
Op het etiket
Hoe meer gegevens er over een product op het etiket staan, hoe beter verschillende eigenschappen vastgesteld kunnen worden. Bijvoorbeeld over hardheid en kwaliteit, maar ook over de productie. Hoe groot is bijvoorbeeld de impact op het milieu? Dat kan worden gemeten met de beoordelingsmethode Product Environmental Footprint. Die methode is nog in ontwikkeling, maar het doel is om in de (nabije) toekomst producten via die PEF-ladder te `scoren`. Een product krijgt dan een label, net zoals dat al bestaat voor energie. Het is de bedoeling dat een dergelijk label in heel Europa ingevoerd gaat worden. Gebruik je dan verf met een A-label, dan weet je zeker dat je goed zit, en je opdrachtgever ook.