Zandstralen is een veel gebruikte methode om een vervuilde gevel te reinigen. Het is prima als een muur is opgetrokken uit een harde steensoort en de voegen nog van goede kwaliteit zijn. Maar in sommige gevallen is het niet geschikt en zou zandstralen de gevel juist beschadigen. Begin daarom altijd met een inventarisatie. Een muur met geglazuurde stenen is per definitie ongeschikt voor een zandstraalbehandeling want het glazuur kan gemakkelijk beschadigen. Ook een eerder geïmpregneerde gevel kan beter niet gezandstraald worden. Je zou misschien verwachten dat een gevel van poreuze stenen niet gezandstraald mag worden. Dat klopt niet. Het is wel belangrijk om de waterdruk niet al te hoog te zetten. Poreuze gevels zijn vaak viezer dan hardstenen gevels. Dat komt omdat vuil goed hecht en soms zelfs in de grove structuur gaat zitten. Een muur moet voldoende stevig zijn voor een zandstraalbeurt. Zodra je kapotte stenen ziet of als het voegwerk niet goed meer is, moet je naar andere manieren omkijken.
Het resultaat van zandstralen is altijd verrassend, want er is een groot verschil tussen `voor` en `na`.
Nevel en chemische reiniging
Een alternatief voor zandstralen is reinigen met nevel. Bij dit zogeheten nevelstralen is de waterdruk een heel stuk lager. Het is een milde behandeling, geschikt voor baksteen, beton, natuursteen, pleisterwerk, kunststof en hout. Bij nevelstralen kan de waterdruk nauwkeurig worden ingesteld. Het straalmiddel is een mengsel van water en zand, dat speciaal wordt samengesteld en afgestemd op de te reinigen gevel. Dat maakt dat deze reinigingstechniek veel wordt toegepast bij historische gebouwen en monumenten. Chemisch reinigen is ook mogelijk. Grofweg vallen de chemische middelen in te delen in twee categorieën. Basische reinigingsmiddelen hebben een hoge PH waarde en kunnen worden ingezet op een niet-poreuze ondergrond. Zure reinigingsmiddelen hebben een lage PH waarde en zijn geschikt bij ernstig vervuilde gevels. De keuze voor basisch of zuur ligt aan de ondergrond en aan de mate van vervuiling. Het chemische middel kan rechtstreeks met een borstel op de gevel worden gesmeerd, of met een vernevelaar op de muur gespoten worden. De vloeistof moet even inwerken om een chemische reactie met het vuil aan te gaan. Na die inwerktijd wordt de chemische vloeistof van de gevel met water of stoom verwijderd en het vuil spoelt dan gelijk mee.
Beschermlaag
Er zijn nog meer manieren om een gevel te reinigen, maar hoe het ook gebeurt; na het schoonmaken is impregneren altijd een logische vervolgstap. Huiseigenaren twijfelen soms aan het nut daarvan. Dat komt omdat het niet te zien is, en dus niet zo`n spectaculair visueel resultaat heeft als zandstralen. Toch is het een feit dat een schone gevel langer schoon blijft als hij is voorzien van een beschermende impregneerlaag. Daarbij wordt er een waterafstotende vloeistof aangebracht. De vloeistof trekt in het oppervlak van de stenen en vormt een laagje waardoor vocht maar ook vuil zich niet – of in elk geval veel minder snel – aan het oppervlak hecht. Bijkomend voordeel van een impregneerlaag is dat vorstschade niet meer kan optreden. Als er water in een muur doordringt en het gaat vriezen, dan zet het water uit en veroorzaakt gemakkelijk scheuren in stenen en voegwerk. Impregneren, ook wel hydrofoberen genoemd, verlengt de levensduur van een gevel en zorgt ervoor dat hij langer schoon blijft. Een opdrachtgever die na deze argumenten het belang van een beschermende impregneerlaag nog niet inziet, kan maar met één extra reden over de streep getrokken worden: een mooie schone gevel verhoogt de waarde van de woning. Wie ook maar ergens in het achterhoofd heeft om het huis ooit te verkopen, zal daarop waarschijnlijk volmondig `ja` zeggen tegen impregneren