Op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven is afgelopen maandag een batterijpakket van maar liefst een zeecontainer groot in gebruik genomen voor opslag van elektrische energie. De batterij is onderdeel van een grootschalige proeftuin, GENIUS geheten, die is bedoeld om te onderzoeken hoe bedrijven, gemeentes en de provincie netcongestie kunnen aanpakken door efficiënt met energie om te gaan.
GENIUS is een project van OPZuid, een Europees programma voor transitiegedreven innovatie. De batterij die nu in gebruik is genomen fungeert niet alleen als energieopslag, maar ook als regelinstrument. Daarmee is het een essentieel onderdeel van een slim aansturingsplatform dat verschillende industriële gebruikers, energiebronnen en opslagsystemen op elkaar afstemt om energiepieken te voorkomen. Dat platform kan complexe data coördineren en optimaliseren, waardoor het kan adviseren over en anticiperen op verschillende energiebehoeftes van de ruim veertig faculteits- en bedrijfsgebouwen op de TU/e campus waarvan dagelijks circa vijftienduizend mensen afhankelijk zijn. De energiehub is verbonden met het openbare energienet, waardoor energie kan worden teruggeleverd of gedeeld met gebruikers in de nabije omgeving.
Spreiden van ochtend- en avondspits
Dit batterijpakket zorgt ervoor dat de TU/e geen overschrijdingen meer veroorzaakt op het gecontracteerd vermogen en brengt de energie-afname beter in balans. Simpel gezegd wordt het fileprobleem op het energienet (congestie) opgelost door het spreiden van de ochtend- en avondspits. Dat biedt ruimte voor verdere verduurzaming van en uitbreiding op de campus binnen het huidige gecontracteerd vermogen. Denk bijvoorbeeld aan warmtepompen in combinatie met Warmte Koude Opslag (WKO) en de komst van een nieuwe clean room.
Dankzij slim laden en ontladen en peak shaving (energieopslag als er weinig vraag is en inzet tijdens piekperiodes) verdient het pakket zich gemakkelijk terug. Voor de TU/e levert het naar schatting 20% extra ruimte op diens eigen energienet en -vermogen doordat er minder ingekocht hoeft te worden op ongunstige momenten (tijdens ‘de spits’), waardoor de totaalkosten lager worden.
Dat is bovendien gunstig voor de netbelasting in het algemeen, omdat de TU/e op zulke piekmomenten ‘uit de file gaat’. Meer winst is te behalen op (onder andere) het gebied van (minimale) CO2-uitstoot, balanceren van netcongestie op regionaal en landelijk niveau (de TU/e kan meer energie verbruiken zonder diens aansluiting te vergroten waardoor capaciteit overblijft voor de omgeving), energiezekerheid, piekverlaging of het voorkomen van overschrijdingen op de energie-aansluiting.
Blauwdruk voor de Nederland
De systeemaanpak zorgt niet alleen voor verlichting en efficiëntere spreiding van de energiebehoefte van de groeiende TU/e campus, maar moet uiteindelijk ook een blauwdruk opleveren voor de Nederlandse industrie en netbeheerders om netcongestie efficiënt aan te pakken. In eerste instantie voor de circa 3500 industrieterreinen in Nederland, vooral in Zuid-Nederland, waar netcongestie de energietransitie vertraagt en economische groei belemmert. Die blauwdruk zou vervolgens over vier jaar de markt op kunnen. Dat maakt OPZuid GENIUS (Grid Efficiency Network Integration for Universal Sustainability) een strategisch project met belang vanuit de hele maatschappij waarin open innovatie de boventoon voert.
Feitelijk fungeert het project op de campus als een microsamenleving, waardoor het op de langere termijn waardevolle kennis oplevert over gebruikersgedrag en hoe dit wordt beïnvloed en verandert door inzicht in energiegebruikspatronen. Deze gedragskennis is cruciaal om strategieën te ontwikkelen die effectieve gedragsverandering stimuleren en energie-efficiëntie bevorderen.