Het nieuwe windpark, een initiatief van het Noorse oliebedrijf Statoil, komt 2,5 kilometer van de Schotse kust te liggen. Hier is de zee 95 tot 120 meter diep. Met andere woorden: te diep voor een windmolenpark met vaste fundering. Daarom werd een `dobberende` fundering ontwikkeld.
De fundering is een holle buis die deels onder het wateroppervlakte ligt. Door deze fundering met kabels aan de grond (en de andere turbines) te verankeren, blijven de windturbines overeind staan.
Prototype
“We zijn trots dat we de eerste zijn die het concept van drijvende offshore-wind uitwerken tot de schaal van een windpark. Dit project vergroot de mogelijkheden voor duurzame offshore-windparken sterk”, zegt Irene Rummelhoff, vicepresident bij Statoil.
Statoil heeft haar drijvende windturbines zes jaar lang getest aan de kust van Noorwegen. Nu het eindproduct in zicht komt, is de techniek ook een stuk efficiënter en goedkoper geworden. Ten opzichte van de eerste pilot is het huidige project, per opgewekt kilowattuur, 60 tot 70 procent goedkoper.
In 2017 moet het windpark haar eerste stroom leveren.