“Het CO2-akkoord van Parijs betekent simpelweg het volgende: we moeten op zoek naar alternatieven voor kolen, olie, gas. Dat gaat niet van de één op de andere dag. De gehele Westerse wereld is namelijk ingericht op het beschikbaar hebben van energie. Bovendien gaan we in de niet-Westerse wereld een enorme toename zien in de vraag naar energie. Er zijn zoveel delen van de wereld waar men nog niet eens een koelkast heeft, maar op een keer hebben ze dat wel. Dan neemt de wereldwijde vraag naar energie alleen maar toe.
Met andere woorden: we kunnen kolen, olie en gas niet in één keer afschaffen. Maar het is van vitaal belang dat we gaan nadenken over alternatieven. In Nederland zijn we nu al in staat om veel meer elektrisch te rijden, om veel meer zonne- en windenergie te installeren en om gebouwen veel energiezuiniger te maken of zelfs energie te laten opwekken. Daarnaast kunnen we in verschillende sectors, zoals industriële processen, nog meer nadenken over energiebesparende maatregelen, zodat we niet groeien in onze energiebehoefte.
Wat betekent dit nu voor de installerende wereld? Simpel: een enorme kans. Het CO2-akkoord laat zien dat onze toekomst een duurzame toekomst is. Het is daarom belangrijk dat wij nu al op die boot stappen. Welke stappen kunnen we vandaag al nemen? Hoe kunnen we elektrisch rijden vandaag al breder mogelijk maken? Hoe kunnen we gebouwen nu al energiezuiniger maken? Het is aan de installerende wereld om hier een actieve rol in te pakken: `Wij willen dit, wij kunnen dit en wij willen jullie (de klant) hierin ondersteunen.`
Meer concreet: zorg dat je je praatje klaar hebt. Zorgt dat je kennis hebt van de huidige en toekomstige subsidieregelingen. En belangrijker nog, zorg dat je aan tafel komt met degene die de energierekening betaald. De bereidheid om duurzame initiatieven te nemen is tegenwoordig veel en veel groter dan je denkt.”