De realisatie van het circulair paviljoen heeft volstrekt afgeweken van de gangbare bouwpraktijk, vertelt Gijs Limmen, adviseur en technisch specialist werktuigbouwkundige installaties bij BAM Bouw en Techniek. ‘In het projectteam was iedereen verantwoordelijkheid voor de uitkomst. Leidend bij de keuzes voor de installatietechniek en materialen was circulariteit. We zijn geen beslissingen uit de weg gegaan omdat ze te lastig bleken. Keuzes zijn voortdurend getoetst aan de uitgangspunten van circulariteit.’
Verrassende oplossingen
En dat leidde tot verrassende oplossingen. Bijvoorbeeld op de begane grond en de eerste verdieping van het gebouw waar PCM’s (Phase Change Material) in vloeren en plafondstroken voor verwarming en koeling zorgen.
De PCM-panelen liggen op een vloer waarvan de basis wordt gevormd door hout waarop zand is gestort met daarop weer tegels. Het zand en de tegels zijn bedoeld om massa en sterkte te creëren. Op de tegels is een isolatielaag van kokosmatten aangebracht voor de geluiddemping waarop vervolgens de PCM-panelen liggen. Op deze panelen ligt een stabilisatielaag (Jumpax ondervloer) waarop de vloerbedekking wordt aangebracht.
Gekozen is voor toepassing van PCM 20-panelen. De organische zoutkristallen in deze panelen smelten boven de 20 °C en nemen zo de warmte op. `s Nachts zorgt circulerend water ervoor dat ze weer afkoelen, dan daalt de temperatuur en kristalliseert het zout weer voor de volgende cyclus. Ook is PCM toegepast in de plafonds; het betreft hier PCM 22, waarbij de faseverandering optreedt bij 22 °C.
Warmtepomp
Bij de warmte- en koudeopwekking neemt de warmtepomp een centrale plaats in, legt Gijs Limmen uit. ‘De warmtepomp gebruikt koudemiddel 1234ze dat een zeer laag GWP-getal heeft. De energiebron voor de warmtepomp vormen horizontale bodemlussen onder de keldervloer en verticale lussen ernaast. Ook de buitenlucht kan via de luchtbehandelingskast als bron dienen. Op de koudste dagen kan nog energie uit de wat warmere lucht van de naastgelegen parkeergarage worden gehaald. Dat is eigenlijk restwarmte die vanuit de klimaatgevel van het hoofdkantoor in de parkeerkelder wordt geblazen. In de winter heeft de parkeerkleder daardoor een stabiele temperatuur van circa 16 °C.’
De PCM’s worden zoveel mogelijk gegenereerd met de buitenlucht. Ook de bodemlussen kunnen daarvoor worden ingezet. Een derde koudebron is de sprinklerbuffer waarin de ‘nachtkoude’ wordt opgeslagen.
Luchtverversing is hybride uitgevoerd en vindt deels plaats vanuit een gebalanceerd systeem maar ook door geforceerde natuurlijke ventilatie.