Kantoren kunnen flink besparen op gasverbruik

Hub Redactie
Hub Redactie
19 februari 2015
2 min

In Nederland omvat de utiliteitsbouw niet minder dan 600 miljoen m² bruto-vloeroppervlakte (BVO) en nog eens 200 miljoen m² BVO heeft een gemengde bestemming utiliteit-wonen. Dit maakt de utiliteitsbouw een speerpunt in de aanpak van energie besparen in bestaande bouw.

Het probleem is echter dat er geen goed referentiebeeld bestaat van de utiliteitsbouw in Nederland. Tenminste, tot nu. In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft dhr. Sipma van Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) onderzocht hoe de utiliteitsbouw er precies uitziet: gebouwtypen, voorraadgegevens, gebouwgrootte, leegstand, energie-intensiteiten, huidig energiegebruik, penetratie van maatregelen en het potentieel aan energie besparen. Dit maakt het mogelijk om meer realistische modellen van energie besparen in utiliteitsgebouwen op te stellen, het besparingspotentieel in kaart te brengen en vervolgens ook te monitoren.

Uit het onderzoek komt onder meer naar voren dat er nog een groot besparingspotentieel is op het gebied van gasverbruik; zeker in kantoorgebouwen. Er kan liefst 37 procent op gasverbruik voor verwarming bespaard worden. Hiervoor is een directe investering van 23 miljard euro nodig, maar dit maakt een financiële gasbesparing van 1,2 miljard euro per jaar mogelijk.

Ambitie energie besparen kan hoger

Veruit het grootste aandeel BVO heeft de Dienstensector in handen. In deze sector werd het maximaal technisch besparingspotentieel vastgesteld op 67 PJ van het totaal gasverbruik (dat is 40% besparing op gas voor verwarming) en 29 PJ voor binnenverlichting (dat is 64% besparing op elektriciteitsverbruik voor verlichting). ‘Maximaal’ betekent hier echter niet dat er geen groter besparingspotentieel mogelijk is. Dat is er namelijk wel als ook maatregelen voor energie besparen met een terugverdientijd van langer dan 5 jaar in overweging genomen worden of wanneer de terugverdientijd gerelateerd wordt aan een pakket van maatregelen in plaats van iedere besparingsmaatregel afzonderlijk.

De ambitie kan dus zeker nog hoger liggen. ECN waarschuwt dan ook voor een ‘lock-in’-effect: wanneer nu voor minder ambitieuze maatregelen gekozen wordt, wordt het in de toekomst moeilijker om verregaande(re) maatregelen te nemen. Esco’s zouden extra op energie besparen haalbaar(der) kunnen maken, omdat zij kunnen helpen bij de financiering van de besparingsmaatregelen en garanties kunnen geven met betrekking tot de te realiseren besparing.

Dwingender beleid nodig

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaf al aan dat op energie besparen in bestaande gebouwen achter blijft bij de gestelde doelen en dat een dwingender beleid nodig is om de inspanningen te verhogen. Het kabinet wil hier echter nog niet aan, maar laat in een verkenning onderzoeken of na 2020 aanvullende maatregelen genomen moeten worden.

Uit de evaluatie van het PBL blijkt onder meer dat grote(re) bedrijven en instellingen vaak onvoldoende bekend zijn met of gemotiveerd zijn om aan de wettelijke eis te voldoen om alle energiebesparingsmaatregelen te nemen die zich binnen 5 jaar terugverdienen (Wet Milieubeheer). Bovendien wordt deze eis ook te weinig gehandhaafd vanuit de overheid.

Uitgelicht

voorbereiden op Wkb

Voorbereiden op de Wkb doe je zo

Lees meer

Gerelateerde artikelen