Het was een fraaie zomer. Dat vertellen de deskundigen uit De Bilt ons. Zij staven hun beweringen met cijfers die aantonen dat zowel het aantal zonne-uren hoger lag dan gemiddeld, als ook de temperatuur. Bovendien was ook de neerslag minder dan gemiddeld. En toch…, als je in augustus in Nederland vakantie hebt gevierd, heb je een volstrekt andere perceptie: minder positief, minder zonovergoten en vooral: erg veel natter. Wat is dan de waarde van een gemiddelde?
Bij het ontwerpen en realiseren van een installatie, vormen gemiddelden onze leidraad. We denken vanuit een gemiddeld gezin (1,5 kind en een hond), met een gemiddelde levensstandaard, een gemiddelde warmtebehoefte en dus een gemiddeld energieverbruik. Onze installaties baseren we hierop, terwijl… hoe vaak ziet u een gezin met 1,5 kind?!
Rekening houden met verschillen
Het blindelings hanteren van gemiddeldes bij het ontwerpen van een installatie is niet zonder risico. Als ons uitgangspunt is om een installatie te realiseren die voor alle gebruikers de meest ideale is, moeten we zeker ook rekening houden met de onderlinge verschillen tussen bewoners. In de praktijk variëren deze meer dan wij denken; veel meer zelfs. Zo maak ik het regelmatig mee dat het laagste gasverbruik in een woonproject bijvoorbeeld rond de 500 m3 ligt en het hoogste rond de 1500 m³. Dat is een verschil van factor 3! In goed geïsoleerde woningen is het zelfs factor 4! Als we bij het ontwerpen van de installatie uit gaan van het gemiddelde verbruik, kan het wel eens zijn dat de installatie voor de hoogste verbruiker helemaal niet voldoet. En dat deze voor de laagste verbruiker veel te groot, te complex en te duur is.
Een voorbeeld: stel we ontwerpen een installatie met een kleine warmtepomp die groot genoeg is om te voldoen aan de ‘gemiddelde’ warmtevraag, voorspelt door de epc-berekening. We voorzien het toestel van een elektrisch verwarmingselement dat uitsluitend bedoeld is in extreme situaties gebruikt te worden. Iemand die echter een warmtevraag heeft van anderhalf keer het gemiddelde, heeft dit elektrisch element veel vaker nodig. Het gevolg? Een veel hoger elektriciteitsverbruik dan ‘verwacht’ en daar is deze bewoner natuurlijk niet blij mee!
De reële warmtevraag
Kan dat anders? Ja. Maar dan moeten we wel stoppen met het ontwerpen van installaties op basis van gemiddeldes. De ervaring leert dat een gemiddelde niets meer is dan een rekenkundige abstractie; het zegt weinig over de werkelijkheid, over de reële warmtevraag. Waar het om gaat is woningen en installaties te ontwerpen die tegemoet komen aan de behoeften en wensen van de werkelijke bewoners. Bij het ontwerpen is het dus verstandiger je te richten op uitersten (bewoners met een laag en een hoog verbruik), dan op gemiddelden. Want…, als het werkt voor de uitersten, werkt het ook voor de gemiddelden. Veel bewoners zijn u dankbaar!