Een warmtepomp op een bestaande groep aansluiten kan een aanlokkelijk idee zijn. Bijvoorbeeld omdat er geen vrije en dus ongebruikte groepen beschikbaar zijn in de groepenkast en zo een kostbare uitbreiding wordt voorkomen. Toch is het is altijd beter en vaak zelfs verplicht om warmtepompen een eigen groep te geven, waarop geen enkele andere verbruiker zit of komt te zitten.
Bij huisinstallaties is de maximale belasting van een groep ongeveer 3680 Watt. Namelijk maximaal 16A bij een spanning van 230 Volt (de formule P=I*V geeft 16*230=3680). Alleen kleine warmtepompen met een laag elektrisch vermogen zouden daardoor theoretisch gezien op een reguliere groep aangesloten kunnen worden, waarop dus ook andere verbruikers zitten met een niet al te grote stroombehoefte. Dan gaat het in de praktijk wel vooral om kleine hybride warmtepompen.
Optelsom
In dat geval is het natuurlijk wel essentieel dat je samen met de klant goed in kaart brengt welke andere verbruikers er nog meer op die specifieke groep zitten en dat kan nog best een uitdaging zijn. Er kan bijvoorbeeld een zonnebank zijn die sporadisch gebruikt wordt en daardoor al snel over het hoofd wordt gezien. Of denk aan de stofzuiger die regelmatig het hele huis ziet en dus met meerdere groepen kennismaakt. Een hongerig strijkijzer of een andere ‘grootverbruiker’ die toevallig ook op die groep zit of tijdelijk wordt aangesloten. Dan raakt de groep alsnog overbelast, met mogelijk veel narigheid tot gevolg.
Wat de warmtepomp betreft gaat het trouwens om het daadwerkelijke elektrische verbruik en niet om het vermogen (in warmte) dat geleverd wordt en waarin dus de COP (Coefficient of Performance) of SCOP (Seasonal Coefficient of Performance) is verwerkt. Verder kan de inschakelstroom van een warmtepomp alsnog veel hoger uitvallen en kunnen ook op andere momenten korte pieken optreden die mogelijk alsnog tot overbelasting leiden.
Liever apart
Al met al is het toch verstandiger om altijd een eigen groep toe te kennen aan een warmtepomp. Is die beschikbaar in de meterkast? Dan is dat mooi meegenomen. In alle andere gevallen is uitbreiden van de groepenkast en mogelijk het trekken van leidingen en plaatsen van geaarde wandcontactdozen noodzakelijk. Het is aan te raden een aparte aardlekautomaat voor deze groep te installeren en geen gebruik te maken van een gedeelde aardlekschakelaar. Dit om te voorkomen dat bij een lekstroom de hele aardlekgroep uitvalt. Een aardlekautomaat is een alternatieve optie, dat is een combinatie van een aardlekschakelaar met een groepsschakelaar.
Werkschakelaar
Vooral vanwege installatie- en onderhoudsgemak en je eigen veiligheid kun je daarnaast overwegen om een werkschakelaar in de buurt van de warmtepomp te plaatsen. Zeker als het apparaat zich wat verder van de meterkast bevindt, bijvoorbeeld op een andere etage. Daarmee kun jij je ervan verzekeren dat de stroom gegarandeerd is uitgeschakeld en kom je niet in de problemen als per ongeluk de groep wordt ingeschakeld omdat iemand niet weet dat jij in huis bent en aan de warmtepomp aan het sleutelen bent.
Verplicht
Een all-electric warmtepomp verbruikt meer dan de hybride variant en moet dan ook altijd een eigen groep krijgen. Wettelijk gezien (NEN 1010) is het vanaf 2000 Watt zelfs verplicht. In de installatiegids van de betreffende warmtepomp vind je alle informatie die je nodig hebt over de vereiste aansluiting. Voor veel all-electric warmtepompen is een 3-faseaansluiting nodig in plaats van een 1-faseaansluiting. Waardoor een verzwaring van de netaansluiting nodig kan zijn. Bespreek in dat geval met de klant wat dit inhoudt, welke extra kosten dit met zich meebrengt (eenmalig en vastrecht) en wat de mogelijke doorlooptijd van de aanpassing is.