Na jaren van forse groei van zowel de productie als de werkgelegenheid moet de bouw zich volgens het EIB opmaken voor krimp op de korte termijn. De bouwproductie daalt dit jaar naar verwachting met 1,5%, gevolgd door een verdere daling met 2% in 2024.
De nieuwbouw van woningen en andere gebouwen valt sterk terug en de investeringen en het onderhoud aan de infrastructuur staan ook onder druk. Duurzaamheid is op korte termijn de enige groeimarkt voor de bouw, waardoor de investeringen in bestaande woningen en andere gebouwen nog toenemen. De werkgelegenheid stagneert en het vereiste arbeidsaanbod kan de komende twee jaar zelfs meer dan volledig vanuit de opleidingen worden gerealiseerd. Dit concludeert het EIB in de zojuist verschenen studie ‘Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2023’.
Tegenvallende productiegroei in 2022
Hoewel de bouw in het afgelopen jaar nog een groei van 2% wist te realiseren, was het productiebeeld toch teleurstellend in verhouding tot de eerdere verwachtingen. De oorlog in Oekraïne heeft de bouwkosten opgestuwd en de hogere inflatie heeft een forse stijging van de rentes veroorzaakt. Vooral de productiegroei bij de nieuwbouw van woningen viel hierbij veel lager uit dan verwacht, maar ook bij de infrastructuur waar veel met vaste budgetten wordt gewerkt waren de gevolgen zichtbaar. Alleen de utiliteitsnieuwbouw kon door pijplijneffecten nog een stevige groei realiseren.
Opvallend was ook de relatief krachtige werkgelegenheidsgroei in het afgelopen jaar, die zelfs nog iets uitging boven de productiestijging. De totale werkgelegenheid nam met 12.000 voltijdbanen toe en tegen het eind van het jaar liepen de hoge vacaturegraden wat terug.
Ongunstige vooruitzichten op de korte termijn
De ontwikkelingen in het afgelopen jaar werpen hun schaduw vooruit naar dit en volgend jaar. De nieuwbouwproductie van woningen daalt in deze periode met bijna 10%. Hiermee raken ook de woningbouwambities van het kabinet verder uit beeld. De utiliteitsnieuwbouw daalt op korte naar verwachting zelfs nog iets sterker dan de nieuwbouw van woningen en daalt met ruim 10%. Ook de productie in de infrasector daalt naar verwachting dit en volgend jaar, zowel bij de investeringen als bij het onderhoud. Alleen de herstel- en verbouwproductie in de woning- en utiliteitsbouw kunnen nog een redelijke groei realiseren, die wordt gedragen door (verder) toenemende investeringen in duurzaamheid.
Op de bouwarbeidsmarkt leidt het productiebeeld tot een duidelijke verruiming. De vereiste arbeidscapaciteit kan meer dan volledig worden opgevangen vanuit de opleidingen.
Herstel op middellange termijn
Na enkele jaren met productiekrimp kan de bouwproductie weer gematigd groeien vanaf 2025. Op middellange termijn is een groei van 2% per jaar te realiseren, waaraan alle onderdelen van de bouw een bijdrage leveren. De bouwproductie bereikt in 2027 een volume van bijna € 91 miljard (prijzen 2021), ruim € 2½ miljard hoger dan vorig jaar. Voorwaarde is dat de internationale omgeving geen belangrijke oplopende spanningen te zien geeft. Aan de andere kant is deze groei ook te realiseren als de energieprijzen en daarmee verbonden factoren niet volledig terugkeren naar niveaus van voor de oorlog in Oekraïne. In deze situatie neemt de vraag op arbeidsmarkt weer toe en zullen er 12.000 extra arbeidskrachten nodig zijn in de periode 2025-2027. Daarmee komt de vraag ook weer boven de instroom vanuit de opleidingen te liggen. De uitdaging hier is dan om op korte termijn de instroom vanuit de opleidingen goed op peil te houden om arbeidsschaarste in de jaren daarna te beperken.