“Na enkele jaren van beleidsmatige focus op verdichting en hoog oplopende prijzen voor eengezinswoningen, ligt de focus in de nieuwbouwproductie steeds sterker op huurwoningen en meergezinswoningen. Deze ontwikkeling vindt vooral plaats bij en door bouwers voor de markt”, zo schrijft Bouwkennis, uitgever van marktinformatie over de bouw-, vastgoed- en installatiesector.
De dynamiek in de woonsector wordt steeds complexer. Dit komt doordat er in de randvoorwaarden voor gebiedsontwikkeling met meer verschillende zaken rekening gehouden moet worden. Ook zijn er steeds meer uiteenlopende partijen als investeerders en/of opdrachtgevers actief. Het gevolg: een steeds kleiner wordend aandeel eengezinswoningen en kopende huishoudens. De totale woningbouwproductie blijft grotendeels op peil, maar daarbinnen zijn de verschillen echter groot. Dit zie je terug in de vergunningverlening naar eigendomsvorm.
De woningnood blijft tegelijkertijd onverminderd groot. Er is bij lange na niet genoeg gerichte woonruimte toegevoegd om de druk op de sector te verlichten. De recordstijging van verkoopprijzen voor bestaande- en nieuwbouwwoningen lijkt voorlopig toch verleden tijd. Het aanbod van woningen loopt momenteel dan ook sneller op dan de verkoop.
Verloop vergunningverlening
Sinds begin 2020 is er sprake van een groei van de vergunningverlening voor nieuwbouwwoningen. Vanaf 2022 zette er een daling van de vergunningverlening in. De combinatie van ruime orderportefeuilles, relatief hoge vergunningsvoorraad én stabiele productie geeft het signaal af dat er nog aardig doorgebouwd wordt, maar met aankomende limieten. De vraag naar nieuwbouwkoopwoningen daalt namelijk. Dit komt voor een belangrijk deel door de kenmerken van het aanbod: door een beperkt en te duur aanbod van eengezinskoopwoningen neemt de vraag naar dit type woning af.
Ondanks teruglopende verkopen van nieuwbouweengezinswoningen blijft de totale vergunningverlening op peil door toenemende vergunningen voor meergezinswoningen, waaronder een toenemend aantal huurwoningen. Opvallend zijn de hoge groeicijfers voor vergunningen voor huurwoningen tegenover de forse krimpcijfers voor koopwoningen. De totale vergunningverlening zal maar beperkt dalen. Het belangrijkste verschil zit in de productie, die verschuift van eengezins- naar meergezinswoningen.