De uitstoot van broeikasgassen moet onmiddellijk en stevig worden teruggedrongen. Alleen dan kan volgens de klimaatwetenschappers de opwarming van de aarde nog worden beperkt tot 1,5 graad in 2050 ten opzichte van de tweede helft van de 19e eeuw. Maatregelen in diverse sectoren zijn noodzakelijk om de schadelijke gevolgen van opwarming, zoals extreme hitte, overstromingen en langdurige periodes van droogte, zoveel mogelijk te voorkomen.
De energietransitie speelt hierbij een cruciale rol en het IPCC draagt daar dan ook beleidsopties voor aan. Positief daarbij is dat de kosten windenergie en zonne-energie in het vorige decennium met respectievelijk 55 en 85 procent zijn gedaald en `laaghangend fruit` vormen in deze transitie; met relatief beperkte investeringen kan een deel van de uitstoot van broeikasgassen worden gereduceerd.
De urgentie van de klimaatcrisis zet de geplande Nederlandse investeringen in infrastructuur voor duurzame energiebronnen kracht bij. In het coalitieakkoord kondigde het kabinet de oprichting van een klimaat- en transitiefonds aan ter grootte van 35 miljard euro, dat onder meer wordt ingezet voor het aanleggen van infrastructuur voor schone energiebronnen.
Op korte termijn is er echter een groot struikelblok om de miljarden effectief in te zetten: de tekorten op de arbeidsmarkt. Eind vorig jaar waren deze al hoog en in het eerste kwartaal van 2022 is de situatie nog nijpender geworden. Eind maart 2022 is zelfs bijna 21 procent van alle vacatures onvervulbaar volgens onze methode, die rekening houdt met beroepsvoorkeuren van werkzoekenden en hoe ver zij willen reizen van een vacature.
Dit is een recordniveau: niet eerder hebben wij in onze arbeidsmarktindicator, die teruggaat tot begin 2017, zo`n hoog percentage onvervulbare vacatures gezien. Het cijfer laat zien hoeveel van de uitstaande vacatures onvervulbaar zijn, komt voort cijfer per gemeente per beroep, en is op basis van de informatie over werkzoekenden die via het UWV solliciteren.