Wij Techniek is het samenwerkingsverband van de werknemersorganisaties CNV Vakmensen, De Unie en FNV-Metaal en de werkgeversorganisaties NVKL en Techniek Nederland. In opdracht van en samen met deze sociale partners werkt Wij Techniek aan de ontwikkeling van de installatiebranche. “Gezamenlijk pakken we de uitdagingen die ons vak kent op en ondersteunen we vakmensen met een mooi en actueel aanbod om hun talent optimaal te ontwikkelen. Nu en in de toekomst” (Sven Asijee, directeur Wij Techniek).
Vakmens
Wij Techniek zet zich in voor ruim 130.000 medewerkers en bijna 10.000 werkgevers in de technische
installatiebranche. Wij Techniek stelt hen in staat hun talent te ontwikkelen. Helpt hen in beweging te
komen en te blijven. Dit doet Wij Techniek met een gevarieerd aanbod aan bijeenkomsten, coaching,
advies en subsidies. Het doel is dat vakmensen duurzaam inzetbaar blijven. Bedrijven worden
ondersteund bij het versterken van hun ontwikkelcultuur. En door de instroom van nieuwe technici, jong
en oud, te bevorderen.
Spin in het web
De bestuursleden van Wij Techniek zijn verheugd over de nieuwe naam. Wij Techniek staat voor expertise
op het gebied van scholing en ontwikkeling, aldus John Dijkman (bestuursvoorzitter Wij Techniek): “We
signaleren ontwikkelingen nationaal en in de regio. We verzamelen informatie en stimuleren anderen om
deze om te zetten naar een gericht aanbod of doen dat zelf. We verbinden de vragen van vakmensen met
een concreet antwoord. We zijn proactief en blijven meedenken over vandaag maar vooral ook over
morgen. We zijn de spin in het web.”
Blijven bewegen
Zwanny Naber (vicevoorzitter Wij Techniek) looft de onderlinge samenwerking waar Wij Techniek voor
staat. “Wij Techniek onderschrijft de richting die we als sociale partners gezamenlijk hebben gekozen voor
de toekomst. We richten ons op de vakman en vrouw met de vraag: wat heb jij nodig om jezelf verder te
ontwikkelen? En de vakmens, dat is iedereen: de monteur, de leidinggevende, de DGA. We moeten allen
blijven bewegen in een snel veranderende omgeving.”