Nederland telt volgens schattingen op dit moment zo’n 8900 op biomassa gestookte ketels bij huishoudens en bedrijven. Dat is een fractie van het aantal dat nodig is. CE Delft rekende uit dat om de potentiële 1,5 tot 7 procent van de warmtevraag te halen, er 76.300 tot 275.730 bioketels bij moeten komen.
Volgens NBKL-voorzitter Eppo Bolhuis moet de groei met name gezocht worden bij woningen en gebouwen die landelijk gelegen en slecht geïsoleerd zijn. Op die locaties is het aanleggen van een warmtenet duur en zouden voor het overschakelen op een all electric-oplossing grote aanpassingen aan het gebouw of zelfs netverzwaring nodig zijn. Dan is een bioketel de meest kosteneffectieve duurzame oplossing.
Subsidie
Maar helemaal vanzelf zal het niet gaan om bioketel op grote schaal in te zetten. Daarvoor is wel een flinke subsidie nodig. Het beslag dat op de ISDE wordt gelegd, de aanschafsubsidie voor warmtepompen, zonneboilers en bioketels, loopt in de berekeningen uiteen van jaarlijks 8,4 miljoen tot 45 miljoen euro. Dat is bijna de helft van de een jaarlijks beschikbare subsidie van 100 miljoen euro. De subsidiepot is duidelijk te klein om verduurzaming in de gebouwde omgeving te bewerkstelligen, stelt Bolhuis in een reactie. ‘Er zal meer geld moeten komen voor gebouwgebonden voorzieningen.’
Vier scenario’s
De onderzoekers hebben vier scenario’s voor de energietransitie doorgerekend. De vier scenario’s variëren in de wijze waarop de energietransitie wordt gestuurd. Dat kan regionaal gebeuren, nationaal, internationaal of simpelweg door de markt het te laten oplossen. Bioketels nemen een grote vlucht in het internationale scenario, waarin internationale handel in energiedragers een belangrijke rol heeft. Het minst rooskleurige perspectief is er voor bioketels in het geval dat de markt de overhand heeft. In dat geval wordt biomassa juist ingezet voor de productie van elektriciteit en waterstof, en in veel mindere mate bij individuele huishoudens en gebouwen.
Desondanks hebben bioketels ten opzichte van de huidige markt een rooskleurige toekomst in elk scenario. Dat verheugt Bolhuis. ‘In discussies rondom verduurzaming gaat het over warmtenetten en warmtepompen. Andere opties worden vrijwel niet besproken. Deze studie laat zien dat er ook voor bioketels een behoorlijk potentieel is.’
Kritisch
Niet alle biomassa is per definitie duurzaam. Met name over houtpellets wordt kritisch geoordeeld. Ten onrechte, vindt de branche. De vereniging Nederlandse Haarden- en Kachelbranche (NHK) sloot al een convenant Groen Stoken af, om te zorgen dat er op de juiste manier en met duurzame brandstof wordt gestookt. Dat gaat om haarden en kachels die een ruimte verwarmen. De bioketels van de NBKL zijn bedoeld om een gasgestookte cv-ketel te vervangen en kennen geringe uitstoot van fijnstof. En ook de NBKL staat voor duurzame brandstof, aldus Bolhuis. ‘De soort brandstof die wordt gebruikt zou moeten worden voorgeschreven.’