Een lucht/waterwarmtepomp heeft twee belangrijke geluidsbronnen: de compressor en in mindere mate de ventilator. Wanneer het buitendeel van warmtepomp op de gevel is bevestigd, kan dit voor contactgeluid zorgen in de verblijfsruimten binnen indien geen juiste bevestiging is aangebracht. Objecten en gebouwen in de omgeving van het buitendeel kunnen het geluid reflecteren waardoor het harder klinkt. In een vochtige buitenlucht kan vooral bij een temperatuur rond het vriespunt de situatie ontstaan dat de wisselaar in de buitenunit aanvriest. Bij het ontdooien hiervan kan de warmtepomp tijdelijk meer geluid produceren.
Lager toerental
Maar er is best wat tegen te doen. Traploze inverter-regelingen op de compressor zorgen voor een gemiddeld lager toerental en minder geluidproductie, maar ook de vorm van de ventilatorbladen, de ophanging van de ventilator, de vorm van de ventilatorruimte, geluidsisolatie van het buitendeel. Om de toestellen nóg stiller te maken, komen fabrikanten met toestellen die wat ‘bovenmaats’ zijn. De ventilator van de buitenunit heeft een grotere diameter die in een lager toerental een bepaalde luchtstroming kan realiseren. De warmtepomp zal dan veelal in deellast functioneren, waardoor hij altijd stiller is.
Wat de een hinderlijk vindt, is voor een ander niet storend. Daarbij is het vooral een aandachtspunt wanneer de warmtepomp ook moet gaan koelen, een functie die vooral in de zomer wordt gebruikt, wanneer de buren vaker buiten zitten en ze het eventuele geluid van een draaiende ventilator sneller ervaren. Met een goed doordachte keus over de locatie van het buitendeel ligt zeker voor grondgebonden woningen meestal een heel acceptabele oplossing binnen bereik, zeggen leveranciers. Bij dat type woningen is er vaak ook een berging achter in de tuin waarin of waartegen het buitendeel kan worden geplaatst.
Schokdempers
Een effectieve maatregel betreft de montage van rubberen trillingsisolatoren, oftewel schokdempers tussen de warmtepomp en het liefst een zware, stabiele ondergrond. Ook met flexibele leidingen tussen warmtepomp en afgiftesysteem kan worden voorkomen dat via de leidingen trillingen worden overgedragen op de bouwkundige constructie.
Lastiger wordt het bij de gestapelde bouw. Een balkonnetje waar de bewoner nauwelijks twee stoelen kwijt kan, is echt geen plek voor de opstelling van een buitendeel. Dan moet je eigenlijk al naar het dak. Maar ook voor het hellende dak zijn er tegenwoordig innovatieve oplossingen zoals de dakkap Watzz-Up van Alklima. Als onder de dakbedekking van het platte dak een betonnen vloer ligt, is het tegenwoordig geen enkel probleem om alle techniek naar het dak te brengen. Maar de tracés moeten dan wel zo versleept kunnen worden dat het dak bereikbaar is.
Tijdssturing
Er is nog een andere mogelijkheid om de geluidshinder op een aanvaardbaar niveau te houden: de capaciteit afstemmen op de situatie. Buiten is het in de nacht stiller en daarom zijn buitenunits van lucht/water warmtepompen relatief beter hoorbaar. Fabrikanten kunnen hun producten een capaciteits- of tijdssturing meegeven. Veel fabrikanten bieden al die optie, onder andere Itho Daalderop op de HP-S serie en ook Nibe hebben een ‘silent-mode` in de regeling opgenomen. Deze zorgt ervoor zorgt dat de warmtepomp in de nacht minder hard draait en dus minder geluid maakt. De periode dat hij stiller moet zijn, is programmeerbaar. Het is overigens wel zo dat in deze `silent-mode` de warmtepomp minder warmte en warm tapwater kan produceren, maar dat is ’s nachts meestal geen probleem.
Omkasting
Een laatste optie is het aanbrengen van een geluidsreducerende omkasting voor de buitenenunits van lucht/waterwarmtepompen. Merford heeft zich op deze markt gestort en claimt zo ongeveer voor alle vrijstaande buitenunits, dus niet voor units die aan de wand bevestigd worden, een passende oplossing te hebben. Merford heeft een warmtepompomkasting ontwikkeld die volgens eigen zeggen een geluiddemping van 9 – 15 dB(A) biedt, afhankelijk van het type warmtepomp en het geluidsspectrum.