In veel projecten kiezen bouwpartijen voor vloerverwarming op de begane grond en warmwaterradiatoren op de verdieping. De Themagroep Analyse ZEN-projecten vindt dit een praktische oplossing omdat kinderen een slaapkamer nogal eens gebruiken voor huiswerk en de ruimte dan snel op temperatuur moet kunnen komen. Radiatoren reageren sneller dan vloerverwarming. Voorwaarde is wel dat het warmtetoestel dan per zone moet kunnen worden geregeld.
IR-panelen
Een andere oplossing om het comfort af te stemmen op de persoonlijke voorkeur is de toepassing van infrarood (IR). Deze elektrische verwarming wordt in sommige ZEN-projecten toegepast met losse panelen of een IR-wand. Door de stralingswarmte voelt het al comfortabel bij een relatief lage ruimtetemperatuur. Bovendien reageert het systeem snel. IR-verwarming is daarmee effectief voor plaatselijke en kortstondige verwarming. Maar als het gebruik van een kamer verandert, bijvoorbeeld omdat een slaapkamer een huiswerkkamer wordt en de panelen verhoudingsgewijs veel ingeschakeld zijn, zal IR-verwarming inefficiënt worden.
In sommige ZEN-projecten wordt voor IR-verwarming gekozen als (enige) hoofdverwarming. Vaak zijn de lage investeringen daarbij doorslaggevend.
Maar als de omstandigheden veranderen, komt de kosteneffectiviteit van IR-verwarming snel onder druk te staan, waarschuwt de Themagroep. Dat kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als de bewoners ouder worden en meer uren per dag een hogere ruimtetemperatuur wensen. Of als bewoners vaker ventileren met een raam of deur open, bijvoorbeeld om kookluchten te verdrijven. Het elektriciteitsgebruik door IR-verwarming loopt dan snel op. Om de energieberekening rond te krijgen wordt IR-verwarming meestal gecompenseerd met aanvullende PV-panelen. Maar dat is niet helemaal zonder risico. De Themagroep waarschuwt dat het veranderen van de salderingsregeling zeer nadelig voor dit systeem kan uitpakken.
Ventilatie
Het ventilatiesysteem heeft eveneens invloed op het energiegebruik. Balansventilatie met warmterugwinning (type D) verlaagt de energiebehoefte van een woning. Naast het D-systeem is ook het C-systeem (natuurlijke toevoer, mechanische afvoer) in BENG mogelijk. Een D-systeem leidt tot een lagere energiebehoefte volgens BENG-1. Daar staat tegenover dat er meer pompvermogen nodig is wat weer tot een iets hoger primair energiegebruik conform BENG-2 (primair fossiel energiegebruik) leidt. Het energiegebruik in BENG-2 loopt verder op bij gestapelde bouw als gevolg van lange aanvoerleidingen. De themagroep wijst nog op andere aspecten, zoals het matige imago van D-systemen bij sommigen. C-systemen worden aangeprezen onder de noemer `natuurlijke ventilatie`. Dat is niet helemaal terecht aangezien het systeem evengoed werkt met een pomp. En dan is er nog het geluid. Een D-systeem heeft tweemaal zoveel ventilatiekanalen en ventielen als een C-systeem. Daardoor kan er ook meer geluid ontstaan. Daar staat tegenover dat een C-systeem ventilatieroosters heeft waardoor weer buitengeluid binnen kan komen. Door de warmtewisselaar in een D-systeem blijft niet alleen de warmte binnen, maar ook de koelte. Dat is een voordeel in de zomer. Bij en modulerende by-pass wordt dit effect nog groter.