Geerts gebruikt het systeem privé ook. Op het dak van zijn woning heeft hij acht zonnecollectoren liggen met in totaal 240 vacuümbuizen. Die verzamelen warmte voor zijn ondergrondse opslag van 120.000 liter water. In het voor- en najaar is het voldoende om zijn woning te verwarmen. Zelfs hartje winter gebruikt hij nog veel energie rechtstreeks en hoeft zijn warmtepompje maar een beetje in voor de ruimteverwarming te ondersteunen.
Collectieve verwarming
Bij Geerts liggen de collectoren op het dak, net als bij de bedrijven waar het opslagsysteem al is geïnstalleerd. Maar het systeem is misschien nog wel meer geschikt voor collectieve verwarming. In het Brabantse Alphen gaat volgende maand de eerste warmte-opslag voor een collectief warmtesysteem de grond in. De ondergrondse opslag moet dan weliswaar groter worden, maar door de omvang is het warmteverlies gedurende het seizoen minder, waardoor het rendement ook weer groter is. Een collectorveld van een hectare volstaat om een woonwijk van 200 huizen voor een belangrijk deel van het jaar van warmte en warm tapwater te voorzien. ‘Zeker rondom dorpen is er altijd wel een stukje grond te vinden’, stelt Geerts. ‘Veel efficiënter en goedkoper dan zonnestroom met pv-panelen. Een pv-paneel levert max 200 W per vierkante meter, een warmtecollector daarentegen haalt wel 700 W. Per vierkante meter kan gemiddeld 1 kW met een collector worden geoogst.
De oplossing lijkt kinderlijk eenvoudig. ‘Dat is het ook’, zegt Geerts. ‘Ons motto is ‘maak het simpel en begrijpelijk’. Dan is de samenleving ook bereid daarin mee te gaan. We slaan geen warmte op in zouten of chemicaliën want dan heb je veel te veel uit te leggen. En we maken het zo ook betaalbaar en goedkoop. Het systeem moeten binnen tien jaar terugverdiend zijn. En vaak lukt het al in acht jaar. De warmteopslag ligt onder de grond en heeft daar geen last van luchtstromen, dus ook geen verlies. Er zijn weliswaar stromingen van grondwater, maar die zijn echt te verwaarlozen.’
K’NEX-achtige constructie
Voor de opslag wordt een gat gegraven met schuin aflopende wanden die worden bedekt met stevig anti-worteldoek. Op de bodem van de kuil komen tempexblokken waarop een met EPDM-rubber omhuld K’NEX-achtige constructie van aluminium buizen komt te liggen. Dit raster zorgt ervoor dat de kuil niet instort De ruimte tussen het rubber en het worteldoek wordt opgevuld met polyurethaan. Aan de bovenkant wordt de opslag afgedicht met glasvezeldoek en aarde.
De energie wordt uit de ondergrondse opslag gehaald en toegevoegd met zes pijpen die op verschillende hoogte zijn aangebracht. Bovenin is het water warmer dan onderin. Wanneer in het najaar nog niet veel warmte nodig is, wordt eerst de onderste laag aangesproken. Op deze manier wordt de warmte in de opslag niet vermengd. Warmtewisselaars en klepsturingen zorgen voor de juiste verdeling van de warmte.