Hedendaagse batterijen bestaan uit metalen ionen en gebruiken doorgaans lithium of natrium. Deze batterijen zijn wereldwijd in gebruik en zijn in feite de norm. Toch kleven er nadelen aan. Zo zijn er bijvoorbeeld twijfels over de veiligheid. Ook is de lange oplaadtijd een heikel punt, al kwamen wetenschapper van TU Delft recent met een mogelijke oplossing op de proppen.
Huidige batterijen zetten chemische energie om in elektrische energie. Wanneer de batterij leeg is, moet deze aan een elektriciteitsbron worden aangesloten, zodat hij weer kan opladen. Met de nieuw ontwikkelde batterij zou deze stap overgeslagen kunnen worden.
Hoe werkt het?
De batterij die door het team van IISER werd ontwikkeld heeft een anode gemaakt van titanium nitride. Daardoor vangt de batterij licht op en zet dit om in energie. Het prototype van de batterij bereikte onder normaal, kunstmatig licht een capaciteit van 77.8 mAh. Hiermee kan een kleine ventilator (zie filmpje) of een LED-lampje aangedreven worden voor dertig seconden. De batterij heeft vervolgens 30 seconden nodig om weer op te laden, zonder extern oplaadpunt.
Hiernaast heeft de batterij ook andere voordelen. Zo is de batterij veiliger dan huidige batterijen en is het materiaal waaruit de anode bestaat duurzamer, sterker en economisch interessanter. Daarnaast is de batterij minder vatbaar voor permanente vervorming.
Nog even wachten
De batterij is momenteel nog niet sterk genoeg om, bijvoorbeeld, je mobiele telefoon van stroom te voorzien, maar het onderzoeksteam is positief over de toekomst. “Het is een veelbelovende eerste stap naar duurzamere en veiligere batterij-technologie”, liet het team in een persbericht weten. Met andere woorden: we zullen dus nog even moeten wachten, voordat deze batterij klaar is voor de markt.