De Europese lidstaten spraken af om meer energie te verkrijgen uit hernieuwbare bronnen zoas waterkracht, zon, biomassa en wind. “Voor Nederland geldt als doel dat 14 procent van het verbruik van energie uit hernieuwbare bronnen moet komen. In 2014 was dat nog maar 5,5 procent; daarmee was ons land 8,5 procentpunt verwijderd van de EU-doelstelling”, legt het CBS uit. De doelstellingen verschillen per land waarbij 2005 als beginjaar gold. In 2014 liep Nederland nog zwaar achter op de gestelde doelstelling. Een derde van de lidstaten die de afspraken met elkaar hebben gemaakt, hebben de doelstelling daadwerkelijk gehaald. Van de overige lidstaten is de gemiddelde achterstand 4 procentpunten. Voor Nederland is dat 8,5 procentpunt.
Bron: cbs.nl
Totale energiegebruik
Naast de ranglijst voor het behalen van de doelstellingen in 2020, werd er ook een ranglijst gemaakt voor het aandeel van de hoeveelheid energie uit hernieuwbare bronnen binnen het totale energie verbruik per land. Ook op die ranglijst valt Nederland hard door de mand met slechts 5,5 procent. Malta en Luxemburg doen het nog minder goed met 4,7 en 4,5 procent. Zweden en Letland zijn koploper met 53 en 39 procent.
Overheidssteun
De overheid is volgens het CBS één van de boosdoeners. Zij zouden in vergelijking met andere landen te weinig steun geven aan het opwekken van energie uit hernieuwbare bronnen. Als positief voorbeeld worden Denemarken en Duitsland genoemd die dit juist toejuichen. Ook wordt er in Nederland niet veel hout verstookt dat als biomassa wordt beschouwd en wordt er amper energie uit waterkracht gehaald.
