De nieuwe norm is van toepassing op elke nieuwe, uit te breiden of te wijzigen leidingwaterinstallatie. Daarnaast geldt de norm ook voor het beheer en onderhoud van bestaande leidingwaterinstallaties en voor aanleg van tijdelijke installaties.
Herziening noodzakelijk
“De herziening van NEN 1006 is nodig, omdat de laatste grote wijzigingen dateren uit 2002”, zegt Eric van der Blom, vakspecialist Sanitaire Technieken bij Uneto-VNI, de branchevereniging van installatiebedrijven. “Na 2002 zijn er wel drie aanvullingsbladen uitgegeven, waarvan de laatste in 2011. In de tussentijd lagen er diverse nieuwe eisen uit de Europese NEN 1006 (= NEN-EN 806 deel 1 tot en met deel 5). De norm is hiermee uitgebreid en waar nodig aangepast aan de Nederlandse wetgeving. De belangrijke juridische verankering in de wetgeving, zoals het Bouwbesluit en het Drinkwaterbesluit blijft. Hetzelfde geldt voor de koppeling met de Waterwerkbladen.”
Belangrijkste wijzigingen
“De wijzigingen ten opzichte van de vorige versie zijn ingrijpend, zowel voor de aanleg, het afpersen van de installatie als voor informatievoorziening in de vorm van een installatiegebonden dossier”, licht Van der Blom toe. “Zo zullen er bij de opname van bepalingsmethoden eisen worden gesteld aan de benodigde druk- en volumestroom, temperaturen en materiaalgebruik dat bovendien een erkend kwaliteitscertificaat dient te hebben.”
Persproef
Ook is in de nieuwe norm de persproef aangepast. Waar in de huidige norm nog een onderscheid werd gemaakt in metalen leidingen en kunststofleidingen, is dit nu tot en met DN 63 niet meer het geval. Kunststofleidingen kunnen nu ook in een korte periode worden afgeperst. Naast drinkwater en olievrije lucht, kan er nu ook afgeperst worden met een inertg gas (stikstof, kooldioxide). De persproef zal uitgewerkt worden in Waterwerkblad WB 2.3.
Waterwerkblad
Verder worden er eisen gesteld aan de ingebruikstelling en dossiervorming bij de installatie. De installateur is verplicht binnen één maand na oplevering het dossier aan te leveren. Deze eis wordt verder uitgewerkt in een nog nieuw op te stellen Waterwerkblad. Daarnaast zijn er aanpassingen in de voorschriften voor de aanleg van de installatie opgenomen bijvoorbeeld over het hygiënisch werken. Een belangrijke wijziging noemt Van der Blom de aandacht in de norm voor de temperatuur. Er wordt meer aandacht besteedt aan het voorkomen van ongewenste opwarming van de drinkwaterleiding en de warmwateruittapleiding, de opname van bepalingsmethoden van temperatuureisen en de mogelijkheid om niet continu de installatie te bedrijven op een temperatuur van 60 respectievelijk 55 graden Celsius. Maar dit dan natuurlijk wel onder de waarborgen dat de Legionellabacterie zich niet kan vermeerderen.
Schakel
Van der Blom vindt de NEN 1006 een belangrijke schakel tussen de wetgeving en praktijk(richtlijnen). Van belang is dat er vervolgens ook meer gekeken wordt naar beheer en onderhoud en dat het gebruik van de installatie in overeenstemming is met het ontwerp en de aanleg. Van groot belang in de ontwerpfase is een goede afstemming met (het) gebruik(ers). “De komende tijd zullen de installateurs geïnformeerd worden over de wijzigingen in NEN 1006. NEN gaat ook trainingen geven op dit gebied.” Wat Van der Blom ons tenslotte nog mee wil geven, is dat hij het belangrijk vindt dat de norm strikt wordt nageleefd, zodat er altijd vers en betrouwbaar drinkwater uit de kraan komt.